Shell en andere oliegiganten worstelen met de markt
Het afgelopen kwartaal kenmerkte zich voor de grote oliebedrijven vooral door een zwakkere macro-economische omgeving en lagere olie- en gasprijzen dan een jaar eerder. Niet alleen werden de groeiverwachtingen weer omlaag bijgesteld en bleef de politiek-economische onzekerheid vaak hoog, ook lag de gemiddelde prijs van $62 voor een vat Brent-olie 17% onder die van het derde kwartaal in 2018. Het is daarom niet verwonderlijk dat de oliebedrijven last hadden van tegenwind. Niettemin verrasten vier van de vijf westerse oliegiganten positief ten opzichte van de consensus. Daarbij moet echter wel worden aangetekend dat de winstprognoses om bovengenoemde redenen al naar beneden waren bijgesteld.
Terwijl de olieprijs dus daalde, steeg de prijsvolatiliteit. Dat had alles te maken met aanslagen in Saoedi-Arabië, waar door middel van drones explosieven werden gedropt op olie-installaties in Abqaiq en Khurais. De olieprijs steeg direct daarop met 20%. De marktvrees over de langetermijngevolgen van de aanval op het olieaanbod was echter van korte duur. De eerste klappen werden opgevangen door de grote oliereserves in de wereld, en nog geen maand later was de meeste schade aan de olieraffinaderijen volgens de Saoedi’s al hersteld. De prijs van olie was inmiddels weer gedaald naar de niveaus van voor de aanval.
Prijsevenwicht in zicht
Mochten zich geen grote geopolitieke of macro-economische schokken voordoen, dan zal de olieprijs dit en volgend jaar niet ver van de huidige niveaus liggen, zo stelde Goldman Sachs in een onlangs verschenen prognose. Met hun eerdere eindejaarsprognose van $62 per vat zitten de analisten voorlopig dicht bij de waarheid.
De Amerikaanse zakenbank denkt dat de olieprijs de komende tijd in evenwicht zal worden gehouden door neerwaartse prijsdruk als gevolg van lagere economische groeiverwachtingen en opwaartse druk door spanningen in het Midden-Oosten. Tel ik daar het afnemende aanbod van Amerikaanse schalieolie (zie kader) bij op dan acht ik, ceteris paribus, een lichte stijging het meest aannemelijk. Mocht die voorspelling uitkomen, dan zien de omstandigheden er voor de oliereuzen in ieder geval niet slecht uit.
Hieronder nu eerst een analyse van de derdekwartaalresultaten van de grote oliebedrijven.
BP ondervindt last lagere olieprijzen
BP sloot het derde kwartaal fors lager af dan dezelfde periode een jaar eerder. De aangepaste winst voor vervangingskosten, waarin ook rekening wordt gehouden met de olieprijsfluctuaties, daalde met 40% ten opzichte van vorig jaar en kwam uit op $2,25 mrd. Hiermee werd de consensusverwachting van $1,7 mrd wel ruim verslagen.
De Britse oliegigant schreef de daling gedeeltelijk toe aan lagere olieprijzen in het derde kwartaal. De resultaten werden echter ook gedrukt door verstoorde productie als gevolg van onderhoudsactiviteiten. Die deden zich juist voor in regio’s waar de marges het hoogst liggen. Daarnaast had het olieconcern te kampen met slechte weersomstandigheden. Zo kwamen de productiefacilieiten in de Golf van Mexico twee maanden stil te liggen door orkaan Barry. Niettemin kwam de totale olie- gasproductie iets hoger uit: gemiddeld 3,7 miljoen vaten vergeleken met 3,6 miljoen vorig jaar.
BP nam in het derde kwartaal ook een provisie van $2,6 mrd, die was gerelateerd aan het desinvesteringsprogramma van het bedrijf. Daardoor pakte het nettoresultaat, inclusief eenmalige kosten, negatief uit, met een verlies van $351 mln. BP stootte in 2019 tot dusver $7,2 mrd aan bezittingen af, waarmee het olieconcern naar eigen zeggen voor ligt op de planning van in totaal circa $10 mrd aan desinvesteringen dit jaar.
Chevron compenseert te weinig
Chevron rapporteerde een daling van 36% in het derde kwartaal van dit jaar. De winst van $2,6 mrd bleef achter bij de verwachting van analisten. Vorig jaar verdiende het bedrijf nog $4 mrd in de drie maanden die eindigden op 30 september. In de winst van het afgelopen kwartaal zat overigens een eenmalige kostenpost inbegrepen van $430 mln in verband met repatriëring van contanten voor belastingdoeleinden.
De kwartaalomzet van de Amerikaanse olie- en gasmultinational daalde van $44 mrd vorig jaar naar $36 mrd nu. De winst per aandeel kwam uit op $1,36. Vorig jaar was dat nog $2,11 per aandeel. De productiestijging vam ruim 3% ten opzichte van het derde kwartaal van vorig jaar, kon de lagere prijzen voor ruwe olie en aardgas niet compenseren.
Hogere kosten voor Exxon Mobil
Hoewel de winst daalde met 49% in het derde kwartaal vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder, wist Exxon Mobil de marktverwachtingen te overtreffen. Bij de Amerikaanse olie- en gasreus lagen hier naast hogere kosten ook de lagere energieprijzen aan ten grondslag. Exxon verdiende in de maanden juli tot en met september $3,2 mrd, ten opzichte van $6,2 mrd vorig jaar.
De winst per aandeel bedroeg $0,75. De omzet kwam uit op $65,05 mrd, waarmee eveneens de consensusverwachtingen van respectievelijk $0,67 en $64,8 mrd werden verslagen. De olie- en gasproductie kwam 3% hoger uit, en lag op het equivalent van 3,9 mln vaten per dag. Dat kwam met name doordat de productie in het Permian Basin in het zuiden van de VS werd opgevoerd met 7%.
Koers Royal Dutch Shell onder invloed inkoopprogramma
Shell overtrof van alle oliereuzen de consensus het meest. Verwacht werd dat ‘de Koninklijke’ een nettoresultaat zou presenteren van ruim $3,9 mrd. De winst viel met bijna $4,8 mrd echter 22% hoger uit. Dit betekende nog wel een daling van 15% ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Ook steeg de schuldratio van 25 naar 28%.
Hoewel de resultaten dus beter waren dan verwacht, daalde de aandelenkoers meteen na bekendmaking met 3%. Dat had vooral te maken met de toelichting van Shell-ceo Ben van Beurden. Die zei dat Shells intentie om $25 mrd aan aandelen terug te kopen weliswaar gehandhaafd blijft, maar dat het door de zwakke macro-economische omstandigheden onzeker is of dit inkoopprogramma wel in 2020 kan worden afgerond. Niet alleen beleggers reageerden teleurgesteld. Sommige analisten stelden zich de vraag of de waarschuwing de geloofwaardigheid van het management niet zal ondermijnen. Dat laatste zal echter mijns inziens zo’n vaart niet lopen.
Total plukt vruchten
Ook Total versloeg met zijn winst in het derde kwartaal de schattingen van analisten. Waar de consensus lag op $2,77 mrd, kwam het aangepaste nettoresultaat uit op $3,02 mrd. Dat betekende wel een daling van 24% ten opzichte van een jaar eerder.
Total plukt de vruchten van de groei van nieuwe projecten en overnames. Tegelijkertijd worden activiteiten met hogere productiekosten afgestoten. Dat laatste is terug te zien in de dalende kosten van het Franse olieconcern. Total zal dit jaar naar eigen zeggen in totaal meer dan $500 mln aan kostenbesparingen realiseren. In dat kader meldde het bedrijf dat de olieprijs waarop de uitgaven, exclusief dividenden, gedekt kunnen worden door de kasstroom, inmiddels is gedaald tot onder $25 per vat.
Volgens topman Patrick Pouyanne blijft het olieconcern ondanks lagere energieprijzen solide resultaten behalen. Daarbij versnelt volgens hem de dividendgroei en ligt Total goed op schema om dit jaar ter waarde van $1,75 mrd aan eigen aandelen terug te kopen.
Conclusie
Door afscheid te nemen van niet-strategische activiteiten wil BP zijn balans versterken. Dat is een goede zaak. Samen met de verwachting dat de productie in het vierde kwartaal zal stijgen door voltooiing van seizoensgebonden onderhoud blijft BP mijn sectorfavoriet. Ik handhaaf dan ook mijn koopadvies. Chevron staat niet in onze Koerswijzer, maar zit wél in onze Hoogdividendportefeuille en Offensieve portefeuille. Met een dividendrendement van meer dan 4% en een gemiddeld koersdoel van analisten van $135, zie ik in ieder geval geen reden het aandeel uit die portefeuilles te halen. Ook Chevron krijgt een koopadvies.
ExxonMobil worstelde zich beter dan verwacht door de lastige omstandigheden in het derde kwartaal heen. In afwachting van hoe de Amerikaanse schalieoliemarkt zich de komende tijd gaat ontwikkelen, blijft mijn houdadvies van kracht. Shell presteerde zoals gezegd veel beter dan verwacht. Maar terwijl de sterke kasstroom positief nieuws is, moet de Nederlandse olie- en gasgigant wel een oogje houden op de gestegen schuldratio. Dat Shell in deze onzekere macro-economische omgeving een slag om de arm houdt qua timing van de inkoop van eigen aandelen, vind ik begrijpelijk. Ik til er dan ook niet al te zwaar aan en handhaaf mijn koopadvies. Door het hoge dividend – dat ongewijzigd bleef – zit Shell tevens in onze Hoogdividendportefeuille. Net als Total overigens, waar ik door de continue focus op kostenreductie van het management tevens mijn koopadvies voor handhaaf.
KERNGEGEVENS | |||||||
beurswaarde | wpa 2019 | wpa 2020 | koers | rend. 2019 | k/w 2019 | div. rend. | |
BP | £101,1 mrd | £0,39 | £0,47 | 497,1p | 0,2% | 12,7 | 6,2% |
Chevron | $220,6 mrd | $7,65 | $7,85 | $116,21 | 6,8% | 15,2 | 4,1% |
Exxon Mobil | $294,5 mrd | $4,55 | $4,85 | $69,60 | 2,1% | 15,3 | 4,7% |
Royal Dutch Shell | € 207,9 mrd | € 2,65 | € 3,05 | € 26,26 | 2,3% | 9,9 | 6,3% |
Total | €127,4 mrd | € 4,75 | € 4,95 | € 47,75 | 3,4% | 10,1 | 5,4% |