Oliegiganten sterk genoeg voor slechte marktomstandigheden
De grote oliebedrijven hebben geen goed kwartaal achter de rug, met name als gevolg van de lagere olie- en gasprijzen. Ze hebben echter wel voor hetere vuren gestaan. Toen de olieprijs tussen medio 2014 en begin 2016 met 75% daalde, schroefden de bedrijven niet alleen de bedrijfsuitgaven drastisch terug; tegelijkertijd stootten ze minder presterende bedrijfsonderdelen af. Die nog altijd bestaande focus op afslanken en kostenbesparingen heeft ertoe geleid dat de prijs voor een vat olie die de oliemajors nodig hebben om quitte te spelen, inmiddels rond de $40-50 ligt. Dat is ruim onder de huidige koers ($60) van een vat Brent. Dat niveau zie ik niet heel ver zakken de komende maanden, hoe lastig het voorspellen van de olieprijs ook is.
Naast de olie- en gasprijsdalingen maakten ook de zwakkere macro-economische vooruitzichten, door onder meer oplopende handelsspanningen tussen de VS en China, het tweede kwartaal lastig voor de grote olie- en gasbedrijven.
Royal Dutch Shell
Shell stelde in het bijzonder teleur, vooral door lagere raffinagemarges en forse winstval bij de gas- en chemiedivisies. Hoewel ‘de Koninklijke’ de olieproductie 7% wist op te schroeven in het tweede kwartaal, drukten de dalende inkomsten bij gas (- 25%, exclusief bijzondere posten) en de chemietak (maar liefst 76% lagere winst dan in dezelfde periode een jaar eerder) op het totale resultaat. Vergeleken met dezelfde periode vorig jaar kwam de nettowinst (aangepast voor bijzondere posten) 25% lager uit op bijna $3,6 mrd.
Ondanks dit slechtste kwartaal in 2,5 jaar zei ceo Ben van Beurden in een toelichting vertrouwen te houden in het behalen van de eerder bepaalde doelen voor 2025. Dat Shell zich daarnaast door de jaren heen behoorlijk sterk en veerkrachtig heeft getoond ten opzichte van de concurrentie en zich blijft richten op kostenbesparingen en het afstoten van niet-kernactiviteiten, sterkt mij in het handhaven van mijn koopadvies. Daar komt het hoge dividend bij dat het aandeel Shell al jaren op rij uitkeert.
BP
Door een flinke toename in de olie- en gasproductie lukte het BP niet alleen om de lagere olie- en gasprijzen te compenseren in het tweede kwartaal, maar ook om het zwakkere resultaat van de raffinageactiviteiten weg te poetsen. Vooral de vorig jaar overgenomen schalieactiviteiten van BHP Group stuwden de productie, die met 3,4% steeg en op jaarbasis uitkwam op het equivalent van 3,79 miljoen vaten per dag.
Het Britse olie- en gasconcern wist vooral daardoor de verwachtingen van analisten te overtreffen; waar een onderliggende winst werd verwacht van $2,5 mrd zette BP $2,8 mrd in de boeken. Het resultaat kwam daarmee tevens ruim 16% hoger uit dan in dezelfde periode vorig jaar.
Hoewel de oliegigant zei te verwachten dat de productie in het derde kwartaal lager zal zijn dan in het tweede, als gevolg van onder meer onderhoudsactiviteiten, heb ik er alle vertrouwen in dat BP zijn status van sectorfavoriet blijft waarmaken. Het koopadvies blijft dan ook van kracht.
Total
Ook Total ondervond in het tweede kwartaal tegenwind van de flink gedaalde gasprijs. De aangepaste nettowinst pakte daardoor 19% lager uit dan een jaar eerder en lag daarmee zo’n 10% onder de consensusverwachting. Wel steeg de kasstroom met 6% en wist het concern de productie van olie en gas op jaarbasis te verhogen met 9% tot het equivalent van bijna 3 miljoen vaten per dag.
Total zei in een toelichting hogere raffinagemarges te voorzien naar aanleiding van nieuwe regels voor laagzwavelige brandstof die door de International Maritime Organisation zullen worden opgelegd. Daarnaast richt het bedrijf zich op de meest winstgevende bedrijfsactiviteiten, gezien de uitgesproken intentie om de komende tijd nog eens voor zo’n $5 mrd aan bedrijfsonderdelen af te stoten.
Ondanks een verhoging van het dividend met ruim 3% is het aandeel recent gedaald. Dat zie ik als een mogelijkheid om op een beter prijsniveau aandelen (bij) te kopen. Ik handhaaf dan ook mijn koopadvies.
ExxonMobil
Net als BP wist ook ExxonMobil beter te presteren dan door analisten verwacht. Het Amerikaanse olie- en gasconcern sloot het tweede kwartaal niettemin af met een lagere winst en omzet dan in dezelfde periode een jaar eerder. Ondanks een indrukwekkende 7% verhoging in de olie- en gasproductie, naar het equivalent van 3,9 miljoen vaten per dag, speelden lagere gasprijzen en hogere investerings-, productie- en onderhoudskosten in het Permian Basin het concern parten. In het olie- en gasrijke gebied in het zuiden van de VS loopt de schalieproductie van bestaande bronnen namelijk schrikbarend snel terug.
Niettemin staat het dividendrendement van het aandeel op het hoogste niveau in decennia. Daarom blijft mijn advies voorlopig op ‘houden’ staan, waarbij aangetekend dat ik er met extra aandacht op zal letten of de uitgaven die nodig zijn om de productie in het Permian Basin op peil te houden, niet te hoog oplopen.
KERNGEGEVENS | |||||||
beurswaarde | wpa 2018 | wpa 2019 | koers | rend. 2019 | k/w 2019 | div. rend. | |
Royal Dutch Shell | € 202,1 mrd | € 2,80 | € 2,65 | € 25,25 | -0,79% | 9,5 | 6,6% |
BP | £100,75 mrd | £0,36 | £0,39 | 495p | -2,42% | 12,7 | 6,8% |
Total | € 118,4 mrd | € 4,24 | € 4,75 | € 44,22 | -5,23% | 9,3 | 5,9% |
ExxonMobil | $294,4 mrd | $4,88 | $4,55 | $69,57 | -0,17% | 15,3 | 5,0% |
Adviezen oliemajors
Ondanks de veel minder dan verwachte prestaties handhaaf ik voor Shell mijn koopadvies, ingegeven door het streven naar desinvesteringen, kostenbesparingen en het handhaven van dividendverplichtingen aan de aandeelhouder. BP blijft mijn sectorfavoriet; het Britse concern ligt mooi op koers halverwege zijn vijfjarenplan, zoals ceo Bob Dudley zelf in een toelichting ook aangaf. Het advies blijft dan ook op ‘kopen’ staan. Ook Total kan mij ondanks de iets minder dan verwachte cijfers nog steeds bekoren. Ook hier blijft mijn koopadvies staan. Voor ExxonMobil tot slot, handhaaf ik mijn houdadvies. Hoewel de cijfers voor de Amerikaanse olie- en gasmultinational beter waren dan voorzien, wil ik eerst afwachten hoe de desinvesteringsplannen in het algemeen en de kostenontwikkeling in het Permian Basin in het bijzonder zich ontvouwen, alvorens ik een eventueel koopadvies ook maar zou overwegen.