Belegger van de Week: Benno de Jong
Waarom bent u met beleggen begonnen?
‘In 1978 begon ik als jongste bediende bij ABN en mijn belangstelling voor de beurs werd al snel gewekt. In een schriftje hield ik de koersen bij van verschillende bedrijven, mijn eerste aankoop op de beurs betrof aandelen van het Limburgse bedrijf Sphinx. In 1987 heb ik samen met een vriend de beleggersvereniging Ons Belang opgericht, een paar maanden voordat op Black Monday de koersen in elkaar zakten. De club bestaat nog steeds. De leden wonen nu verspreid over het land maar we komen nog één keer in de drie maanden bij elkaar om over onze beleggingen en nieuwe kansen op de beurs te praten.’
Waarom bent u nu een actieve belegger?
‘Beleggen is leuk en interessant. Bovendien is de rente heel erg laag, je vermogen brengt niets op als je het op de bank zet. Beleggen rendeert nog.’
Wat was uw grootste succes?
‘Waarschijnlijk is dat het aandeel Adyen geweest, dat vorig jaar voor €240 naar de beurs ging. Particuliere beleggers konden niet inschrijven bij de beursintroductie, maar ik heb een paar maanden later aandelen Adyen gekocht. Inmiddels staat het aandeel ruim boven de €700. Dat is een hoge prijs voor zo’n fonds. Daarom verwacht ik dat er een aandelensplitsing komt. Meestal gaat de koers daarna weer omhoog.’
Wat was uw grootste teleurstelling?
‘Het kleine bedrijf Probiodrug heb ik ooit veel te hoog gekocht, op een koers van €16 per aandeel. Het is een farmaciebedrijf dat bezig is met de ontwikkeling van een medicijn tegen Alzheimer, maar de koers is sindsdien gezakt tot ongeveer €5. Toch verwacht ik dat er een moment komt dat de koers weer gaat stijgen. Er is weinig concurrentie en het bedrijf heeft een kapitaalinjectie gekregen. Het is een zaak van de lange adem, maar dat is altijd zo bij medicijnen die in de pijplijn zitten.’
Hoeveel tijd besteedt u aan beleggen?
‘Iedere dag kijk ik om 9.00 uur op de app van de Financieele Telegraaf (DFT) naar de openingskoersen. Mijn mobiele telefoon is onmisbaar, want ik handel regelmatig in turbo’s en daar moet je bovenop zitten. Ook volg ik de berichtgeving op RTL-Z. In de bibliotheek lees ik altijd Beleggers Belangen. Soms zie ik een tip die ik zelf in praktijk breng. Daarnaast kost de beleggingsclub tijd, dus gemiddeld ben ik zeker één uur per dag met beleggen bezig.’
Wat is uw beleggingsstijl?
‘Voor mij zijn twee dingen belangrijk: winst nemen én verlies nemen. Veel beleggers wachten na een koersdaling tot het weer goed komt, maar dat vind ik geen goede strategie. Je kunt beter switchen naar een beter fonds. Ga maar na: als de koers met 50% zakt, moet deze daarna 100% stijgen om op hetzelfde niveau te komen. Mijn portefeuille bestaat voor een groot deel uit aandelen, gespreid over verschillende sectoren, met een voorkeur voor blue chips. Daarnaast bestaat een klein deel uit turbo’s, dat is het speculatieve deel van mijn portefeuille. Je moet er feeling voor hebben: hoe dichter de actuele koers bij de stoploss-koers komt, hoe meer je erop moet zitten.’
Wat is uw grootste ergernis?
‘Het stoort mij als beleggers het advies geven om op de laagste koers te kopen en op het hoogste punt te verkopen. De beurs is niet te voorspellen en niemand heeft de wijsheid in pacht. Neem die mensen die in het programma van Harry Mens zitten en grote koersstijgingen voorspellen. Je moet een half jaar na de uitzending eens kijken naar de actuele koers: soms is die gehalveerd.’
Welke belegger bewondert u het meest?
‘Eerlijk gezegd bewonder ik niemand.’
Wat verwacht u de komende tijd van de beurs?
‘Een oude beurswijsheid “Sell in may and go away, but remember to come back in september”. De afgelopen jaren was er geen zomerdip, maar dit jaar ben ik er niet gerust op. Ik houd er rekening mee dat de index in de zomer 10 tot 15% kan zakken. Daarom ben ik meer liquide gegaan.’
Welke tip hebt u voor andere beleggers?
‘Kijk naar fondsen waarvan de intrinsieke waarde hoger is dan de koerswaarde. En beleg in bedrijven waar je in gelooft. Het eerder genoemde Probiodrug is een mogelijkheid en bij Adyen is er speculatieve ruimte voor een koersstijging.’