Is de dominantie van de technologiesector voorbij?
In maart vorig jaar bereikte technologiebeurs Nasdaq weer een mijlpaal. Tijdens de piek van de technologiebubbel in 2000 was de beurswaarde van de aan de Nasdaq genoteerde aandelen goed voor 33% van het Amerikaanse bbp. In maart vorig jaar werd dat record ruim overtroffen, blijkt uit berekeningen van Andrew Lapthorne, kwantitatief strateeg bij Société Générale (SG). De beurswaarde van de aan de Nasdaq genoteerde aandelen was toen tot 40% van het Amerikaanse bbp doorgestegen.
Ook in termen van winstgevendheid en inkoop van eigen aandelen groeide de sector onstuimig. In december 2017 was de technologiesector goed voor bijna 30% van de operationele winst per aandeel van de S&P500 Index, zo berekende indexaanbieder Standard & Poor’s (S&P). Ook in de statistieken over de inkoop van eigen aandelen staat de technologiesector op eenzame hoogte. Tussen september 2017 en september 2018 – de laatst beschikbare cijfers – kochten bedrijven uit de technologiesector voor maar liefst $253 mrd aan eigen aandelen in. Dat was ruim 35% van de totale waarde van de door de S&P500-bedrijven ingekochte eigen aandelen in die periode, aldus S&P.
Niet meer speciaal
Welke aandelen precies deel uitmaken van de technologiesector is overigens aan verandering onderhevig. In september vorig jaar veranderde indexaanbieder S&P namelijk de samenstelling ervan. Onder meer Facebook en Alphabet werden verplaatst naar de nieuwe sector Communication Services.
Een waterscheiding, vond Vincent Deluard, strateeg bij INTL FCStone. Volgens Deluard was technologie vanaf dat moment niet meer ‘speciaal’. ‘Oude’ bedrijven betreden het terrein van ‘nieuwe’ technologiebedrijven en omgekeerd, verklaarde hij in de Financial Times. Zo werd traditionele vermogensbeheerder Fidelity actief in robo-advies en trok robo-adviseur Nutmeg juist menselijke financieel adviseurs aan. Als technologie overal is, aldus Deluard, dan bestaat de technologiesector als zodanig eigenlijk niet. En dan is ook de hoge waardering van de technologie-aandelen niet langer gerechtvaardigd.
Kritischer blik
Fondsbeheerder John Hussman komt tot een soortgelijke conclusie. Hij heeft grote twijfels bij de houdbaarheid van de winstmarges van de technologiebedrijven. Volgens Hussman was de sterke groei van omzet en winstmarge van technologiebedrijven vanaf een relatief kleine basis niet ongebruikelijk. Maar als de bedrijven groter worden, vlakt de groei onherroepelijk af. Hussman herhaalt de waarschuwing die ook hij in 2000 al gaf over de technologiesector. ‘Beleggers zullen leren dat de technologiebedrijven cyclisch zijn.’ Geringe dalingen in economische groei hebben een grote impact op de omzet en winstgevendheid van de sector, schreef hij destijds.
Hussman verwacht slechts een beperkte vertraging van de economische groei. Maar die zal zich in de komende kwartalen vertalen in winstdalingen van 20% of meer in de technologiesector, vreest hij. SG-strateeg Lapthorne borduurt daarop voort. Volgens hem zijn de technologiebedrijven zo groot geworden dat zij om het groeitempo te behouden marktaandeel van elkaar moeten veroveren. Want ondanks al hun innovatiekracht kunnen technologiebedrijven niet ontsnappen aan de realiteit van een beperkte vraag naar hun producten en diensten, waarschuwt hij.
Misschien zijn Lapthorne, Deluard en Hussman iets te zwaar op de hand. Maar een kritischer blik op de waardering en houdbaarheid van winstmarges van de tot voor kort onstuitbare technologiesector kan bepaald geen kwaad.