Beter beleggen met bètapower en bètablokkers
In de geneeskunde hebben bètablokkers een remmende werking op het centrale zenuwstelsel. Het zijn medicijnen die voornamelijk bij hartritmestoornissen worden gebruikt, om de hartslag te verlagen. In sporten waar concentratie en fijne motoriek belangrijker zijn dan fysieke inspanning, kan het gebruik van bètablokkers voordeel opleveren. Bij de meeste sporten kleven aan het gebruik van bètablokkers alleen maar nadelen.
Bètablokkers
Beleggers die hun zenuwen willen sparen en hun hart ontlasten, kunnen terugvallen op laagvolatiele aandelen. Activa, waaronder aandelen, zijn altijd in beweging. Op zoek naar een nieuwe evenwichtsprijs, gaat de koers continu omhoog en omlaag. Koersschommelingen zijn in de eerste plaats een gevolg van nieuwe informatie, waarbij toekomstverwachtingen in de koersen worden verwerkt.
Aandelen met grote koersschommelingen hebben een hoge volatiliteit, oftewel een grote beweeglijkheid. Volatiliteit is dus de intensiteit waarmee activa bewegen. Hoe hoger de volatiliteit, hoe groter het risico, omdat de kans op een plotselinge koersdaling groter is. Het is zelfs zo dat als twee activa rekenkundig hetzelfde gemiddelde rendement hebben, de belegging met de laagste volatiliteit het hoogte eindrendement biedt.
Volatiliteitseffect
Het fenomeen dat aandelen met een lage volatiliteit hoge rendementen kunnen behalen, staat te boek als het volatiliteitseffect. Onder wetenschappers woedt 60 jaar na de ontdekking ervan nog steeds een levendig debat naar de onderliggende reden. Maar het lijkt erop dat de ondermaatse prestaties van hoogvolatiele aandelen in bearmarkten aan de basis liggen van het volatiliteitseffect.
Hoewel laagvolatiele aandelen in bullmarkten het beursgemiddelde niet kunnen bijhouden, resulteert door de hele beurscyclus heen een lager risico toch in een hoger rendement. Waarom? Laagvolatiele aandelen trotseren correcties beter dan andere. Ze moeten derhalve minder verlies goedmaken in het herstel dat daarop volgt.
Volatiliteit heeft echter ook voordelen. De huidige beurscyclus is aan zijn elfde jaar bezig. En als het verleden een leidraad is voor de toekomst, dan is het feest op de aandelenmarkten nog niet voorbij. Dat beurscycli gemiddeld tien jaar in beslag nemen, wil niet automatisch zeggen dat de volgende cyclus ook zo lang duurt.
De geschiedenis leert dat telkens als de S&P500 een nieuw hoogterecord optekent, de koersen op Wall Street in de regel nog drie maanden doorstijgen. En een inverse yieldcurve mag zich dan bewezen hebben als recessievoorspeller, als de lange rente onder de korte duikt stijgen aandelen in de 17 maanden tot aan de recessie gemiddeld nog met 15,6%.
In die context kunt u zolang de opwaartse trend van de huidige beurscyclus nog intact is, beter beleggen in activa met een hoge volatiliteit. Hoewel het risico groter is, kan men juist door de hoge beweeglijkheid sneller winst behalen.
Bullmarkt
Als u optimaal van de huidige bullmarkt wilt profiteren, kies dan voor aandelen met hoge bèta’s. De beweeglijkheid van koersschommelingen wordt veelal gemeten aan de hand van de standaarddeviatie, maar de volatiliteit kan ook worden afgelezen aan het bèta-coëfficiënt. Dit is een richtingscoëfficiënt die meet in welke mate een aandeel meedeint op het risiconiveau van een beursindex.
Bèta is de maatstaf voor marktvolatiliteit. Activa met bèta’s groter dan 1 stijgen sneller dan gemiddeld, maar zijn dankzij de hoge marktvolatiliteit ook snelle dalers. Een bèta van 2 betekent bijvoorbeeld dat de koers van een aandeel gemiddeld met 2% schommelde terwijl de referentiegraadmeter in die periode met 1% op en neer ging.
De gemakkelijkste manier om in hoogvolatiele aandelen te beleggen, is de S&P 500 High Beta ETF (SPHB) van Invesco. Gaat uw voorkeur uit naar individuele aandelen, dan geeft de tabel u links een keur aan activa met hoge bèta’s. Als het beurssentiment omslaat, bent u met de ETF op de S&P 500 Low Volatility-index (SPLV) beter af. Mocht de glans van aandelen snel verbleken: aan de rechterkant vindt u de activa met een lage marktvolatiliteit.