Sif klaar voor windparkhausse
Voor Sif wordt 2018 een jaar om snel te vergeten. Het gebrek aan opdrachten in de markt leidt tot een flinke onderbezetting van de fabrieken. Een verrassing is dit niet, want hier waarschuwde het bedrijf vorig jaar al voor. In het eerste halfjaar kwam de productie van stalen funderingen voor offshore windmolens en olieboorplatforms uit op 81 kiloton, een kwart minder dan in dezelfde periode van vorig jaar. In de laatste weken van het tweede kwartaal werd er zelfs bijna niets geproduceerd, waardoor Sif zijn tijdelijke werknemers bijna allemaal naar huis heeft gestuurd. Het personeelsbestand halveerde van 615 aan het begin van 2018 naar circa 320 eind juni. Desalniettemin daalde de ebitda in het afgelopen halfjaar van €33,7 mln naar €14,0 mln. De nettowinst liep terug van €19,4 mln naar €4,4 mln.
Orderportefeuille
Beleggers schrokken zich aanvankelijk een hoedje, maar uiteindelijk sloot het aandeel vrijwel vlak. De stevige winstval is dan ook tijdelijk. Sif is positief over de vooruitzichten voor 2019 en de jaren daarna. Sterk verlaagde productiekosten voor offshore windenergie stimuleren de bouw van nieuwe windparken in Europa en ook elders in de wereld. Voor volgend jaar is het orderboek gevuld met 200 kiloton en voor 2020 met 90 kiloton. Opdrachten waarover Sif exclusieve onderhandelingen voert zijn hierin inbegrepen en die heeft het bedrijf in het verleden altijd weten om te zetten in concrete orders. Gelet op de pijplijn aan andere projecten zal de maximale capaciteit (255 kiloton bij een gewenste bezetting van 85%) de komende jaren waarschijnlijk worden bereikt. Dit maakt een fors winstherstel mogelijk. De huisbanken stellen zich daarom soepel op en accepteren een tijdelijk hogere maximale schuldgraad van 1,5 (eind juni 1,4).
Sif Group is actief op een mooie groeimarkt, maar de afhankelijkheid van enkele grote projecten maakt de resultaten ook onvoorspelbaar. Wij gaan bij een k/w van 9,7 voor 2019 dan ook niet verder dan een houdadvies.