Belegger van de Week: Martijn van den Assem
Waarom bent u met beleggen begonnen?
‘Toen ik een jaar of twaalf was spaarden mijn ouders voor mij door te beleggen in geldmarkt- en obligatiefondsen. Ik volgde de koersen ervan in de krant. Zo werd ook mijn belangstelling voor de andere cijfertjes op de beurspagina gewekt. Mijn opa legde mij uit wat die betekenden. Twee jaar later was ik klaar voor het grote werk. Ik fietste naar het AMRO-kantoor in het dorp om voor 60 gulden aandelen van het bijna failliete DAF te kopen. De bankmedewerker belde gelukkig eerst mijn ouders om te vragen of dat echt de bedoeling was gezien mijn jonge leeftijd en de 30 gulden transactiekosten.’
Waarom bent u nu een actieve belegger?
‘Sinds een jaar of zeven ben ik geen actieve belegger meer. Wel ben ik lid van een kleine beleggingsclub die zo’n tien keer per jaar bijeenkomt in een restaurant.’
Wat was uw grootste succes?
‘In maart 2009, achteraf het dieptepunt van de markten tijdens de kredietcrisis, ben ik riskante optie-constructies aangegaan in diverse bankaandelen. Na een half jaar was mijn portefeuille verzesvoudigd. Helaas was ik te hebberig, en liep de uiteindelijke winst vrij snel terug tot ‘nog maar’ 100%. Ik ben toen vrij abrupt gestopt met actief beleggen, omdat ik besefte dat het me te veel afleidde en stress gaf.’
Wat was uw grootste teleurstelling?
‘Dat is zondermeer het LCI-debacle. Als jonge economiestudent werd ik overtuigd door Sam Asseer, de topman van LCI, dat zijn bedrijf met de biometrische SmartPen een heel goed en kansrijk product in handen had. Ik bleef hem geloven toen de koers daalde en kocht herhaaldelijk extra aandelen van mijn zuurverdiende bijbaan-geld. Uiteindelijk bleek Sam Asseer helemaal niet zo’n topman, en plofte het luchtkasteel dat hij had gebouwd. Achteraf een goede, maar dure les waardoor ik een hoop naïviteit kwijtraakte.’
Hoeveel tijd besteedt u aan uw beleggingen?
‘Gemiddeld ongeveer een uur per week. Ik volg het belangrijkste nieuws, en praat maandelijks onder het genot van een biertje met mijn beleggingsclubgenoten. Het is leuk om van elkaar te leren over wat er speelt in de financiële wereld.’
Wat is uw strategie?
‘Dat zou je eigenlijk aan mensen van het ABP moeten vragen, zij beleggen immers mijn pensioenpot. Het hobbybeleggen dat ik vroeger met een relatief klein bedrag zelf deed was een combinatie van stock picking en speculeren met opties. Met verstandig beleggen had dat weinig van doen. Als leden van de beleggingsclub zijn we echte langetermijnbeleggers, met vooral posities in waarde-aandelen en innovatieve waterstofbedrijven.’
Wat is uw grootste ergernis?
‘Meer fascinatie dan ergernis: beleggers maken zichzelf van alles wijs en laten zich van alles wijs maken in hun hang naar rendement. Zij zoeken houvast in een wereld die lastig te doorgronden is. De gelijkenis met religie is best sterk. Recent heb ik me vooral verbaasd over de naïviteit en hebzucht waarmee massa’s mensen zich als gek gemaakte lemmingen op cryptocurrencies hebben gestort.’
Welke belegger bewondert u het meest?
‘Mijn Amerikaanse collega Richard Thaler. Van hem heb ik enorm veel geleerd over de manier waarop wij mensen oordelen vormen en keuzes maken. Vorig jaar won hij de Nobelprijs voor economie. Wat velen niet weten is dat hij ook een grote belegger is, zijn firma Fuller & Thaler belegt ruim $9 mrd voor cliënten. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van gedragsinzichten waarmee Thaler de financieel-economische wetenschap heeft verrijkt.’
Wat verwacht u de komende tijd van de beurs?
‘Ik verwacht dat de beurs zal dalen, stijgen of gelijk blijven. Een flauw antwoord, maar ook een wetenschapper die best wat weet over beleggen en financiële markten kan de beursgrillen helaas vrijwel niet voorspellen.’
Welke tip heeft u voor andere beleggers?
‘Denk niet dat je aandelenrendementen kan voorspellen of dat anderen dat kunnen. Als je succes had was dat geen kunde, maar geluk. Dat geldt ook voor anderen. Wat je van hen hoort, zijn vaak alleen de succesverhalen. Beleg een klein deel van je vermogen actief als je daar plezier in hebt en beleg anders passief, kostenmijdend, goed gespreid, en voor de lange termijn.’