Beurs en Economie: krijgen Amerikanen straks hun verdiende loon?
Fed-voorzitter Jerome Powell heeft de Amerikaanse loonpuzzel nog steeds niet opgelost, getuige zijn optreden voor het Amerikaanse Congres vorige week. De werkloosheid in de Verenigde Staten is binnen tien jaar gedaald van 10 naar 4%. Je zou verwachten dat de krapte op de arbeidsmarkt tot uitdrukking komt in hogere salarissen. Maar hoewel het aantal vacatures groter is dan het aantal werkzoekenden, blijft een echte loonstijging uit.
Dat is overigens niet alleen iets van de laatste tijd. Het gemiddelde weekloon van een Amerikaanse werknemer komt volgens de Federal Reserve op $351. Rekening houdend met inflatie, zou dat bedrag in 1979 $335 zijn geweest. In bijna veertig jaar zijn werknemers er in totaal minder dan 5% op vooruit gegaan. Dat is een gemiddelde loonstijging van minder dan 0,2% per jaar.
Allerlei oorzaken
Volgens Powell gaan er verschillende oorzaken schuil achter de zeer zwakke loongroei. Vorige week noemde hij onder meer een minder grote stijging van het onderwijsniveau dan in het verleden. Daarnaast wijzen economen allerlei redenen aan waarom de loonstijging de laatste jaren is uitgebleven. De productiviteitsgroei van 0 à 1% ligt bijvoorbeeld beduidend lager dan de 3 à 4% van twintig jaar geleden.
Ook de pensioensgolf van de babyboomers is mogelijk een van de oorzaken. Hierdoor verdwijnen er meer oudere werknemers van de arbeidsmarkt dan in het verleden gebruikelijk was. Deze groep heeft vaak een vrij hoog salaris. De vrijgekomen plekken worden ingenomen door jongere werkers die nog niet zoveel verdienen. Andere economen wijzen erop dat bedrijven door de lage inflatie terughoudend zijn om de lonen op te schroeven. Om toch werknemers aan zich te binden, zou er veel meer gebruik gemaakt worden van bonussen.
Aanwijzingen loongroei
Ten slotte speelt de flexibilisering van de arbeidsmarkt een rol bij de armoedige loongroei. De macht van vakbonden is flink afgenomen. Blijkbaar is het voor werknemers lastiger om in individuele onderhandelingen een hoger salaris af te dwingen dan als collectief.
Mogelijk kunnen wetenschappers over een aantal jaar uitvogelen welke rol de verschillende factoren speelden. Momenteel is het voor beleggers vooral interessant om te kijken of er inderdaad geen beweging komt in de salarissen. De laatste weken waren er verschillende aanwijzingen dat de lonen mogelijk toch in de lift zitten. Winkelketen Costco verhoogde bijvoorbeeld het minimumloon van $13 naar $14. Sommige werknemers gaan er hierdoor bijna 8% op vooruit. Een ander signaal is dat het zogeheten Local Pay Report van reviewwebsite Glasdoor uitwijst dat de lonen in juni met 1,6% zijn opgelopen. Dat is de snelste stijging sinds de jaarwisseling.
Stroomversnelling
Pas als de Amerikaanse gezapige salarisstijging in een stroomversnelling komt, neemt de kans toe dat Powell daadwerkelijk in actie komt. In het verleden vormden oplopende lonen geregeld een van de ingrediënten voor een stijgende inflatie. Voorlopig heeft de Fed-voorzitter nog geen reden om het stabiele tempo van elk kwartaal een renteverhoging op te schroeven. Naar verwachting loopt de Amerikaanse rente hierdoor op van de huidige 2% naar 3% in de zomer van 2019 – als de handelsoorlog van Trump of een geopolitieke/financiële schok tenminste geen roet in het eten gooit. Dat is een percentage waar Europese spaarders voorlopig alleen maar kunnen dromen.