Belegger van de week: Hans Oudshoorn

Waarom bent u met beleggen begonnen?

‘Als jonge jongen keek ik al naar de pagina met de beurskoersen in de krant. Op mijn vijftiende ging ik de meest opvallende koersuitslagen opschrijven en had ik het geluk dat ik via een schoolvriend kennis maakte met ervaren beleggers, zoals Sem van Berkel. Die gesprekken wakkerden mijn interesse nog meer aan. In de laatste twee klassen van het vwo ging ik vaak langs bij de plaatselijke bank. Ik mocht altijd doorlopen naar achteren, waar een medewerker de orders uitvoerde. Ik had er mijn eigen plekje aan tafel met uitzicht op de koersen. Toen had ik al de gedachte dat je van geld meer geld kunt maken.’

Waarom bent u nu een actieve belegger?

‘Op mijn zeventiende had ik genoeg geld bij elkaar gespaard om mijn eerste stap op de beurs te doen. Ik kocht een flink aantal aandelen KBB (Bijenkorf, red.) op een koers van 100 gulden. Na ruim zes weken stond de koers op 109 gulden en had ik in mijn ogen een flinke winst gemaakt. Voor mij was het toen duidelijk dat mijn toekomst in de beleggingswereld lag.’

Wat was uw grootste succes?

‘Dat is Pharming. Ik heb het aandeel heel lang gevolgd en ben vorig jaar na een dip bij een emissie voor het eerst ingestapt rond een koers van €0,23. Nu is de koers ongeveer €1,45. Ik ben ervan overtuigd dat dit een goede investering is voor de komende 20 jaar. Ik ga er als een soort Warren Buffett bovenop zitten en wacht geduldig af hoe de koers zich ontwikkelt.’

Wat was uw grootste teleurstelling?

‘Als student besloot ik al mijn geld in zuivelbedrijf Imeko te beleggen. Ik kocht flink wat aandelen voor 3,85 gulden per stuk, en in korte tijd steeg de koers naar 4,05 gulden. Ik besloot winst te nemen en een verkooporder in te leggen, maar ik raakte de aandelen niet kwijt. Het betrof de incourante markt met weinig handel. Uiteindelijk kon ik mijn aandelen verkopen op een koers van 3 gulden. Ik heb toen een heel belangrijke les geleerd: spreiden, spreiden, spreiden.’

Hoeveel tijd besteedt u aan uw beleggingen?

‘Zeker 25 uur per dag, zeg ik vaak gekscherend. Beleggen en de beurs zitten in mijn bloed. Als ik geen training in de avond heb, begin ik vroeg met mijn werk en ben er tot ’s avonds mee bezig. Privé en werk lopen bij mij door elkaar. Gedeeltelijk ben ik voor mezelf bezig, maar het grootste deel van de dag besteed ik aan mijn werk als beleggerstrainer. Eigenlijk heb ik pas rust als de Amerikaanse beurs vrijdagavond dicht gaat, maar op zondag lees ik vaak al weer artikelen.’

Wat is uw strategie?

‘Ik beleg als een voetbalcoach. Mijn achterhoede bestaat uit relatief veilige obligaties. Het middenveld is gevuld met degelijke dividend-ETF’s en met small- en midcap-aandelen als Brunel, Ctac en Kendrion. In de voorhoede staan opties voor rendement en zekerheid, soms een aanvallende turbopositie. Nu ik ouder word, verander ik de samenstelling van het speelveld verhoudingsgewijs steeds meer richting obligaties. Mijn portefeuille bestaat nu voor 30% uit obligaties. Daarnaast koop ik elke eerste beursdag van de maand ETF’s, een doodsaaie maar goed werkende strategie. Echt een aanrader!’

Wat is uw grootste ergernis?

‘Het is voor beleggers soms lastig informatie te vinden. De transparantie kan beter. Ook stoor ik mij soms aan beleggers: hun successen claimen ze zelf, maar als het mis gaat wijzen ze een zondebok aan.’

Welke belegger bewondert u het meest?

‘Wat Buffett in al die jaren heeft neergezet is mooi. Ik wil ook Benjamin Graham noemen.’

Wat verwacht u de komende tijd van de beurs?

‘Houd rekening met meer beweeglijkheid op de financiële markten, want er zijn veel issues. Italië is een groot aandachtspunt. Toch ben ik gematigd optimistisch. Europa is bezig met een inhaalslag, de VS hebben de run omhoog inmiddels grotendeels gehad.’

Welke tip heeft u voor andere beleggers?

‘Denk vooral aan spreiding en dividend, bijvoorbeeld via ETF’s, en verdeel je vermogen ook over verschillende beleggingscategorieën. Zorg voor een lange adem en raak niet bij elke koersbeweging in paniek. Rust is een belangrijke raadgever. Verdiep je in wat je aan het doen bent en maak het niet te spannend.’