De Britse economie gaat het moeilijk krijgen, aldus Schroders en ASI
Schroders wijst erop dat na het referendum het Britse consumentenvertrouwen positief bleef, wat leidde tot een stijgende consumptie – ondanks dat in bijna alle sectoren van de Britse economie sprake was van een vertraging. Omdat de gezinsconsumptie in grote mate bijdraagt aan de groei van het Britse bbp, werd de zwakte elders ruimschoots gecompenseerd. De gezinsconsumptie bleef stijgen, ook nadat het Britse pond kelderde en daardoor invoerkosten toenamen. Volgens Schroders spraken Britten hun spaarsaldo aan om de koopwoede te financieren. Uiteindelijk daalde de inflatie, waardoor Britten genoodzaakt waren de broekriem aan te halen en de economie in 2017 sterk vertraagde.
Renteverhoging
Volgens analisten van ASI is de Britse economie sindsdien aan het kwakkelen. Terwijl detailhandelscijfers en het bedrijfsvertrouwen na de val in het eerste kwartaal van 2018 weer tekenen van optimisme vertonen, bleef de loongroei gematigd en waren de recente productiegegevens extreem somber. Daarbovenop blijven de Brexit-onderhandelingen volgens ASI zwaar op het sentiment wegen. Zij stellen dat het recente besluit van de Britse centrale bank om de rente ongemoeid te laten dan ook niet uit de lucht komt vallen. Het comité wil eerst afwachten hoe een en ander zich ontwikkelt voordat er aan de rente wordt gemorreld. Zeker omdat het comité in het verleden meermaals aanstuurde op renteverhogingen, waarna economische data die volgden minder rooskleurig uitpakten dan verwacht en de renteverhogingen alsnog uitbleven. De Britse centrale bank zal daarom volgens ASI geen exacte tijdstippen aangeven voor de renteverhogingen, maar de analisten verwachten dat de Britse rente in augustus stijgt. Door zwakke productiviteit genereert de Britse economie namelijk inflatoire druk, waardoor de Britse centrale bank zal vasthouden aan haar verkrappende koers.
Vooruitzichten onzeker
Schroders verwacht dat de inflatie in het Verenigd Koninkrijk gemiddeld 2,6% zal zijn, waardoor de economische groei waarschijnlijk zwak zal zijn en uitkomt op circa 1,4%. Voor 2019 zijn de vooruitzichten zeer onzeker. Schroders gaat ervan uit dat er voor de Brexit een overgangsperiode overeengekomen wordt, die de status quo van de interne markt en het lidmaatschap van de douane-unie in stand houdt. Dit zal echter naar verwachting weinig bijdragen aan het herstel van de economische groei van het Verenigd Koninkrijk.