Groei ETF’s in Europa blijft achter bij VS
We mogen met recht zeggen dat 2017 het jaar van de ETF was. Er werd meer dan $600 mrd extra belegd in deze relatief nieuwe beleggingsproducten, die bekend staan als transparant, goedkoop en altijd op de beurs verhandelbaar. Ter vergelijking: vorig jaar kregen actieve en indexfondsen tezamen meer dan $1,2 bln extra vermogen toevertrouwd. Relatief leverden ETF’s daarmee een enorme prestatie. Passief beleggen heeft namelijk wereldwijd gezien nog maar een beperkt marktaandeel. Eind vorig jaar lag volgens Moody’s het gemiddelde marktaandeel van beide vormen van passief beleggen, ETF’s en indexfondsen, op 19%, waarbij er grote verschillen bestaan tussen de VS en de rest van de wereld. In de VS ligt het marktaandeel van passief beleggen inmiddels op 30%, andere landen liggen tussen de 5 en maximaal 15%. Moody’s voorspelde overigens eerder dat het marktaandeel van passief beleggen tussen 2023 en 2024 rond de 50% zou komen te liggen.
De vraag is dus of deze spectaculaire groei dit jaar doorzet en of die voorspelling nog steeds in de lijn der verwachting ligt. En welke actuele trends zien we nog meer? We zetten er vier op een rij.
1. Afvlakkende groei
Dit jaar zet de groei in ETF’s weliswaar door, maar opvallend is dat deze, wellicht tijdelijk, niet meer zo spectaculair is. In de eerste vijf maanden van het jaar bedroeg de groei wereldwijd $205 mrd. Extrapoleren we dit voor de rest van het jaar, dan komen we op een groei van ongeveer $480 mrd uit, beduidend minder dan het record van ruim $600 mrd van vorig jaar. De voorspelling van Moody’s dat passief beleggen binnen vijf tot zes jaar 50% marktaandeel behaalt, lijkt daarmee in het gedrang te komen.
Overigens hebben we sowieso twijfels over deze voorspelling; Moody’s extrapoleert de groei van passief beleggen de laatste jaren op naïeve wijze. Snelle groei vlakt op een gegeven moment immers altijd af en er kunnen ook andere ontwikkelingen plaatsvinden die groei belemmeren. Het is bijvoorbeeld aannemelijk dat actieve fondsen goedkoper worden en mede daardoor mogelijk weer beter gaan presteren. Hierdoor kan actief beheer weer populairder worden.
Opvallender is dat de groei in Europa, met $23,5 mrd in de eerste vijf maanden van het jaar, relatief en absoluut achterblijft bij de VS. Vooral de groei in obligatie-ETF’s hapert dit jaar. Mogelijk speelt nieuwe regelgeving hierbij een rol. Door strenge regels is het aanbod van ETF’s in Europa flink verschraald (zie kader).
Daarnaast is er een opvallend verschil tussen de VS en Europa als het gaat om financieel advies. In de VS zijn veel meer mensen individueel bezig met het opbouwen van vermogen voor later. Veel Amerikanen maken hierbij gebruik van adviseurs. Uit eigen financiële overwegingen kiezen veel adviseurs voor passieve oplossingen. Zo blijft namelijk de stapeling van kosten beperkt en kunnen adviseurs hun bemiddeling rechtvaardigen. In Europa worden in diverse landen adviseurs en vermogensbeheerders nog steeds – achter de rug van de klanten om – betaald door actieve fondsen.
Hoewel nieuwe regelgeving dit eigenlijk verbiedt, hebben veel EU-landen voor deze zogeheten ‘kick back’- of bestandsvergoedingen nog een uitzonderingspositie gecreëerd. In Nederland mogen deze vergoedingen niet meer worden betaald, waardoor hier ETF’s de laatste jaren sterker zijn gegroeid dan in de meeste andere EU-landen.
Tip 1
Amundi ETF Euro Inflation UCITS ETF
Een synthetische ETF met lage kosten en opvallend betere prestatie dan de index. Voor beleggers die bang zijn dat ook in Europa een keer de inflatie en rente gaan oplopen.
Code: FR0010754127.
2. Sectorverschuivingen
In het recordjaar 2017 zagen we vooral een sterke groei in obligatie-ETF’s. De reden voor de populariteit van obligatie-ETF’s ligt in het feit dat ze beleggen in obligaties voor kleinere beleggers weer mogelijk maken. Bij steeds meer nieuwe uitgiften van vooral bedrijfsobligaties werd een hoge minimuminleg van bijvoorbeeld honderdduizend of meer gevraagd. Beleggers konden hierdoor steeds lastiger spreiden. Bovendien is door strengere regelgeving de liquiditeit op de obligatiemarkten beduidend minder geworden, waardoor de volatiliteit en bied-laat-spreads voor beleggers negatiever uitpakken.
De groei van obligatie-ETF’s is de laatste jaren niet zo zeer ten koste gegaan van actief beheerde fondsen, maar veel meer ten kosten van individuele obligatieportefeuilles. Maar dit jaar stokt de groei. In Europa kregen obligatie-ETF’s er ‘slechts’ $2 mrd bij. Wereldwijd was de groei met $45 mrd beduidend hoger, maar dat kwam bijna volledig op het conto van de VS, hoewel ook daar de groei iets achterbleef op die van 2017.
We kunnen ook vaststellen dat obligatiebeleggers dit jaar vooral naar obligatie-ETF’s met kortere looptijden (minder renterisico), floating-rates en inflatiecompensatie (‘inflation-linked bonds’) zijn overgestapt. Dit is een logische ontwikkeling gezien de in de VS inmiddels flink opgelopen rente. In Europa zijn op termijn dezelfde ontwikkelingen te verwachten.
Bij obligaties zagen we verder vooral een uitstroom uit high yield en een toename van EMD.
Opvallend is verder de groei van grondstoffen-ETP’s, waarbij ETP staat voor Exchange Traded Products, de specifieke benoeming van deze producten in de grondstoffenmarkt. In Europa kreeg deze nog relatief kleine beleggingscategorie – wereldwijd rond de 2% marktaandeel van het totaal belegde vermogen in ETF’s – er zelfs meer belegd vermogen bij dan dat van obligatie-ETF’s. Vooral breed spreidende grondstoffen-ETP’s en ETP’s die beleggen in edelmetalen hebben groei laten zien. Energie-ETF’s hebben juist te maken gekregen met uitstroom.
Deze trend is des te opvallender omdat prijsontwikkeling van grondstoffen niet bepaald tot de verbeelding spreekt (zie diagram). Analisten denken dat dit komt doordat beleggers dit jaar onzekerder zijn geworden over aandelen (door een mogelijke handelsoorlog) en obligaties (door stijgende rente) en grondstoffen gebruiken voor diversificatie.
Tip 2
Lyxor Commodities Thomson Reuters/Corecommodity CRB ex-Energy TR UCITS ETF
Een synthetische ETF met voor de grondstoffenmarkten relatief lage kosten op de goed gespreide CRB-index, zonder de energiesector. Geschikt voor beleggers die met grondstoffen spreiding in de portefeuille willen aanbrengen.
Code: FR0010346205.
3. Grote spelers domineren
Net als vorig jaar groeien de grootste ETF-aanbieders ook dit jaar het hardst door, al springt wel in het oog dat een van de grote drie, StateStreet, een minder grote rol lijkt te gaan spelen. Wereldwijd hebben in 2018 iShares en Vanguard samen 45% van de groei van het belegd vermogen in ETF’s gerealiseerd. Ze hebben nu samen 57% van het marktaandeel, een procentpunt meer dan eind vorig jaar. Zeker voor de populairste ETF’s bieden de grootste spelers de beste producten. Hoe groter de ETF’s, hoe goedkoper ze kunnen worden aangeboden. Het is een beetje ‘the winner takes it all’.
In Europa is er een iets ander beeld. iShares is verreweg de grootste aanbieder, maar Vanguard staat hier beduidend lager. Xtrackers, Lyxor, UBS en Amundi spelen hier ook een belangrijke rol. Vooral de sprong van UBS, voorheen bekend als actief beleggingshuis, is dit jaar opvallend. In de pogingen om schaalgrootte te krijgen, zien we nu ook overnames. Zo heeft WisdomTree in november vorig jaar ETF Securities en VanEck begin dit jaar het Nederlandse Think Capital gekocht.
Tip 3
iShares Core S&P 500 UCITS ETF
Dit is de grootste ETF ter wereld, die met minimale kosten de vijfhonderd grootste Amerikaanse bedrijven volgt. iShares biedt een speciale Core-reeks van ETF’s aan, met erg lage kosten, 0,07% per jaar in dit geval. Voor veel beleggers is dit de eenvoudigste en goedkoopste oplossing voor de aandelenallocatie naar de VS.
Code: IE00B5BMR087.
4. Meer groei speciale ETF’s
Kleinere aanbieders spelen nog wel een rol als het gaat om speciale ETF’s, zoals factor-, nichesector-of actieve ETF’s, of ETF’s met speciale belastingvoordelen. De markt voor speciale ETF’s groeit goed door, al is deze in absolute omvang nog bescheiden.
Steeds meer actieve strategieën worden in de vorm van een ETF aangeboden. Dit is een hybride ontwikkeling die voordelig kan uitpakken voor beleggers: die krijgen actief beheer, maar tegen lage kosten en continue verhandelbaarheid.
Bij factor-ETF’s wordt een alternatief gewogen index gevolgd. Met bepaalde factoren als Size, Value, Momentum, Dividend, Low Volatility of Quality heeft de wetenschap en sinds kort ook de praktijk aangetoond dat er een ‘outperformance’ kan worden gegenereerd door niet de standaard beurswaarde-gewogen indices te volgen. Factorbeleggen is nu nog vooral bij aandelen populair, vooralsnog met name bij institutionele beleggers. Het is opvallend dat dit jaar vooral toestroom naar de Momentum-factor heeft plaatsgevonden. Low Volatility en Value hebben uitstroom gezien. <
Tip 4
Vanguard Global Momentum Factor UCITS ETF
Een bijzondere ETF die een actieve, kwantitatieve momuntumstrategie voor wereldwijde aandelen volgt. Het trackrecord is nog beperkt, maar veelbelovend. Geschikt voor beleggers die geloven dat momentumbeleggen met een actieve strategie een mooie diversificatie geeft in de aandelenportefeuille.
Code: IE00BYYR0935.