Het zijn mooie tijden voor de grote oliebedrijven
De oliesector schoot in 2018 goed uit de startblokken. Daarna volgde een korte periode van onrust door de sell-off in februari, maar ook het tweede kwartaal verloopt tot dusver voorspoedig. Olieaandelen werden vooral geholpen door de hogere olieprijs. Brent ruwe olie kwam op 22 mei voor het eerst sinds 2014 boven $80 per vat. De olieprijs corrigeert momenteel wat, maar dat lijkt slechts tijdelijk.
Zo’n twee jaar geleden stond olie nog onder de $28. En net zoals de bijna 75% prijsval tussen 2014 en 2016 grote gevolgen had voor de oliesector, heeft de recente prijsstijging dat ook. Aan de vraagkant werd olie toen geraakt door wereldwijde groeivertraging. Vanuit de aanbodzijde overspoelde Saoedi-Arabië de markt met olie in een poging om marktaandeel terug te winnen. Beide kanten drukten op de prijs van het zwarte goud. Dit werd nog eens versterkt door een zwakke dollar, die in dezelfde periode op gewogen basis met 25% daalde.
De comeback
De opleving in olieprijzen ontsproot toen de macro-economische omstandigheden draaiden. In de loop van 2016 floreerde de wereldeconomie, gesteund door Chinese stimulus en verruimend monetair beleid van de centrale banken. De OPEC schroefde haar olieaanbod scherp terug en de dollar won aan waarde. Daarnaast waren de olievoorraden nog altijd laag en liepen investeringen van Amerikaanse schalieolieproducenten terug.
De vraag naar olie zal ook niet afnemen. Het International Energy Agency voorspelt dat de wereldwijde energiebehoefte tot 2040 met zo’n 30% zal toenemen. Daarvan zal een deel worden opgevangen door hernieuwbare energie, maar kijkend naar het primaire energieverbruik per brandstof neemt het olieverbruik nog steeds toe, terwijl het aantal conventionele olievondsten daalt. Het jaar 2017 vormde wat dat betreft een dieptepunt; nog nooit werd in een jaar tijd minder olie ontdekt. In combinatie met Trumps opzegging van de nucleaire deal met Iran – waardoor de sancties op de olie-exporten van het derde grootse OPEC-lid weer in werking treden – en de extreme terugval in olieproductie van Venezuela, leidt dit alles tot genoeg reden voor steun onder de olieprijs de komende tijd.
Tsunami
Vóór 2014 noteerde de olieprijs $120 per vat. Dat leidde tot een tsunami van kleine concurrenten in de olie-industrie, die flink wat winst wegsnoepten van de grote jongens. Door de prijsval daarna moest drastisch worden bezuinigd en werd over de hele sector een slordige $1 bln gesneden in de bedrijfsuitgaven. Tegelijkertijd trokken banken de stekker eruit en verdwenen diezelfde kleine broeders zo snel als ze gekomen waren weer van het speelveld.
Bijgevolg is de oliemarkt geconcentreerd geraakt rond de allergrootste oliebedrijven. Westerse supermajors zoals BP, Chevron, ExxonMobil, Royal Dutch Shell en Total kunnen voordeel halen uit deze machtsconsolidatie. Hoe staan deze grote vijf er voor?
BP
Olieconcern BP rapporteerde over het eerste kwartaal van 2018 al uitstekende resultaten. De Britse oliereus profiteerde van de hogere olieprijs en slaagde er tevens in om de productie te verhogen. Met een gemiddelde van 3,7 miljoen vaten per dag steeg deze in het eerste kwartaal met 6% vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. De nettowinst kwam in de eerste drie maanden uit op $2,586 mrd. Daarmee werd het beste kwartaalresultaat in meer dan drie jaar opgetekend.
Aandeelhouders reageerden tevreden op het inkoopprogramma van eigen aandelen dat BP continueerde. Het bedrijf kocht in het eerste kwartaal voor een bedrag van $120 miljoen eigen aandelen in.
Het dividend werd met $0,10 per aandeel gehandhaafd, waarmee het geannualiseerde dividendrendement op basis van de huidige koers nu op 5,17% staat.
Het enige smetje was de kasstroom, die analisten hoger hadden ingeschat. Exclusief de verplichte betalingen vanwege de olieramp in de Golf van Mexico in 2010, bedroeg deze $5,4 mrd. Wij handhaven niettemin ons houdadvies.
Chevron
De Amerikaanse olie- en gasmultinational Chevron liet over het eerste kwartaal betere resultaten zien dan was verwacht. Met $1,90 winst per aandeel, een verbetering van ruim 54% ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder, werd de consensusverwachting van $1,45 ruim verslagen.
Ondanks dat de omzet van $37,76 mrd over de eerste drie maanden lager uitkwam dan de verwachting van analisten van $40,34 mrd, steeg de omzet op jaarbasis met 13%.
De hoger dan verwachtte olieproductie doet hoop gloren voor een hervatting van het inkoopprogramma van eigen aandelen dat in 2015 werd stopgezet. Ceo Mike Wirth bracht dat eerder dit jaar al ter sprake, maar noemde toen een aanzienlijke toename in kasstromen als vereiste.
Eind april verhoogde Barclays zijn prijsdoelstelling voor het aandeel Chevron van $135 naar $145, hetzelfde koersdoel dat Morgan Stanley voor ogen heeft. Nemen we alle adviezen in ogenschouw, dan komt het gemiddelde koersdoel uit op $133,50 en lijkt het aandeel Chevron op de huidige koers van $124 ondergewaardeerd. Met daarnaast een dividendrendement van 3,6% geven wij Chevron een koopadvies.
ExxonMobil
Door de combinatie van teleurstellende resultaten en grote investeringen die ExxonMobil eerder deed, doet deze Amerikaanse oliereus dit jaar tot nu toe wat onder voor zijn peers. Het aandeel staat voor dit jaar bijna 3,5% in de min. Daar lijkt de daling van de olie- en gasproductie met ruim 6% in het eerste kwartaal vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder, mede debet aan. Voor het eerst in bijna twee decennia werden gemiddeld minder dan vier miljoen vaten per dag geproduceerd.
Ondanks dat Exxons winst met 16% steeg naar $4,65 mrd ten opzichte van het eerste kwartaal 2017, kwam de winst per aandeel met $1,09 iets lager uit dan verwacht. Wel liet de Amerikaanse oliegigant de hoogste kasstroom op kwartaalbasis zien sinds 2014. Waar het management van ExxonMobil de afgelopen kwartalen voorrang gaf aan uitbreiding en het afbouwen van schulden, zouden beschikbare contanten in de toekomst meer kunnen worden aangewend voor het inkopen van eigen aandelen of dividenduitkeringen. Dat zou positief zijn voor het aandeelhoudersrendement. Wij handhaven ons houdadvies.
Royal Dutch Shell
Shell profiteerde in het eerste kwartaal ook fors van de gestegen olieprijs, waarbij de winst op basis van actuele geschatte voorraadkosten uit kwam op $5,4 mrd. Dit komt neer op een stijging van 44% ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor.
Ondanks de hoge concernwinst zei Shell zijn investeringen niet op te voeren. De nadruk wordt, in volgorde van belang, gelegd op het verminderen van de schuld, het betalen van dividend en de inkoop van eigen aandelen. Met betrekking tot dat laatste staat tussen nu en 2020 gepland om voor $25 mrd aan eigen aandelen in te kopen. Financieel directeur Jessica Uhl liet in haar toelichting echter niet los wanneer Shell daarmee begint.
Doordat de ‘Koninklijke’ aan de kostenkant flink heeft gesneden is een olieprijs vanaf pakweg $55 winstgevend voor de Brits-Nederlandse oliegigant. De gemiddelde olieprijs van 67 dollar in het eerste kwartaal droeg dus aanzienlijk bij aan de goede resultaten.
Het sterke winstherstel in de eerste maanden van dit jaar laat zien dat Shell er goed voor staat. Naast het hoge dividendrendement is de oplopende olieprijs reden te meer om het aandeel Shell in portefeuille te nemen. Wij verhogen ons advies van houden naar kopen.
Total
De hogere vraag naar olie, geholpen door de productieverlagingen van de OPEC, heeft ook Total goed gedaan. In het eerste kwartaal steeg de nettowinst met 13% naar $2,9 mrd, waarmee de prognose van analisten van $2,77 mrd werd verslagen. Het was tevens het beste resultaat in drie jaar.
Ook werd de olieproductie met 5% flink opgeschroefd; de eerste drie maanden werd het equivalent van 2,7 miljoen vaten per dag geproduceerd. Dat was mede te danken aan nieuwe projecten in Siberië en Kongo en de overnames van Maersk Oil en Al Shaheen. De kasstroom aangepast voor schulden steeg met 16% naar $5,7 mrd.
Het Franse oliebedrijf bevestigde tevens de dividendverhoging die al in februari was aangekondigd en hield daarmee de reputatie in stand als een van de beste dividendbetalers uit de sector.
Total positioneert zich met strategische fusies en overnames en nieuwe upstream-activiteiten wereldwijd steeds beter. Tegelijkertijd moeten de Fransen er wel voor zorgen dat ze de operationele kosten blijvend verlagen. Ons advies blijft ‘houden’.
Conclusie
Voor drie van de vijf oliereuzen handhaven we het houdadvies. BP moet zijn kaspositie verbeteren voor meer financiële adem en Exxon Mobil moet de productie weer opschroeven om ten volle van de hoge olieprijs te kunnen profiteren. Bij Total zoeken we bevestiging dat de dalende operationele kosten lager blíjven.
Het hoog dividendrenderende Shell is naar ‘kopen’ verhoogd doordat kostenbesparingen hebben geleid tot financiële gezondheid en hoge vrije kasstromen. Chevron is op de kooplijst beland vanwege de relatief lage waardering en de mooie combinatie van dalende kapitaalsuitgaven en stijgende productiecijfers.
KERNGEGEVENS VAN DE GROTE VIJF | |||||||
Beurswaarde | wpa 2017 | wpa 2018 | koers | rend. ytd % | k/w 2018 | div. rend. | |
BP | £115,11 mrd | £0,17 | £0,36 | 578,9p | 10,48% | 16,1 | 5,17% |
Chevron | $235,77 mrd | $4,85 | $7,60 | $123,38 | -1,85% | 16,2 | 3,60% |
ExxonMobil | $342,22 mrd | $4,63 | $4,84 | $80,97 | -3,40% | 16,7 | 3,97% |
Royal Dutch Shell | $250,69 mrd | € 1,56 | € 2,53 | € 29,85 | 7,14% | 11,8 | 5,40% |
Total | €139,04 mrd | € 3,08 | € 4,23 | € 52,64 | 13,42% | 12,4 | 4,94% |