Nabeurs: gaan vrouwen voor extra rendement zorgen?

De economen van S&P Global lijken de laatste tijd gefascineerd te zijn door vrouwen. Begin maart becijferden ze dat vrouwen ervoor kunnen zorgen dat de Amerikaanse economie weer met ruim 3% groeit. Een dergelijk tempo werd sinds 2005 niet meer gehaald. Als de arbeidsparticipatie van vrouwen in de Verenigde Staten vergelijkbaar zou zijn met die in Noorwegen, was de Amerikaanse economie nu $1.600 mrd groter geweest. In dit scenario zou het groeitempo uitkomen op 3,1%. Dat zijn indrukwekkende economische cijfers. In een nieuw rapport legt S&P Global nu de link tussen deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt en de beleggingswereld.

Korrel zout

Volgens S&P Global spelen bedrijfswinsten op de lange termijn een belangrijke rol bij het koersverloop van Amerikaanse aandelenmarkten. Die bedrijfswinsten worden weer sterk beïnvloed door het economische groeitempo. Uit verschillende studies blijkt echter dat het te kort door de bocht is om een direct verband te leggen tussen economische groei en het rendement op aandelenbeleggingen. De schatting van S&P Global dat een hogere arbeidsdeelname van vrouwen in de periode tot 2027 $3.000 mrd kan toevoegen aan de waarde van de S&P 500 Index, moet dan ook met een flinke korrel zout worden genomen. Desondanks bevat het rapport twee interessante inzichten. Hoewel een stijgende arbeidstoename niet automatisch leidt tot hogere aandelenkoersen, vormt een verdere daling mogelijk wel een gevaar voor het beursklimaat. Van alle Amerikaanse vrouwen van 16 jaar en ouder, is slechts 57% actief op de arbeidsmarkt. In de jaren 90 was dat nog bijna 75%.

Krappe arbeidsmarkt

Als die daling doorzet, dreigt er een behoorlijke krapte te ontstaan op de Amerikaanse arbeidsmarkt. Het officiële werkloosheidscijfer in de Verenigde Staten is gedaald van ruim 10% in 2009 tot 3,8% vorige maand. Het gevaar bestaat dat die krapte straks tot uitdrukking komt in een snelle stijging van de lonen. Hogere lonen zetten de bedrijfswinsten onder druk en voeden de vrees voor inflatie. Dat zijn twee zaken waar beleggers niet vrolijk van worden. Nieuws over een loonstijging van 2,9% in de Verenigde Staten vormde in februari nog het startschot voor een correctie. Terwijl het voorbarig is om als investeerder enthousiast te worden over een stijgende arbeidsparticipatie van vrouwen in de Verenigde Staten, zou een verdere daling aan de andere kant wel een reden voor ongerustheid zijn.

Gunstig voor handelspartners

Een tweede inzicht is dat een sterkere groei van de Amerikaanse economie vooral gunstig is voor buitenlandse aandelenmarkten. Dat komt door wat S&P Global omschrijft als de handelselasticiteit van de Verenigde Staten. In periodes van economische groei, neemt de import gebruikelijk veel sneller toe dan het tempo waarin de economie uitdijt. Hierdoor zouden de aandelenmarkten in Zuid-Korea, China en Duitsland sterker kunnen profiteren van een aantrekkende groei dan de lokale beurzen. Die stelling is gebaseerd op handels- en beursstatistieken over de afgelopen 25 jaar. Maar daarin wordt uiteraard geen rekening gehouden met het huidige handelsbeleid van de Amerikaanse president Donald Trump. Het is overigens niet de eerste keer dat er een link gelegd wordt tussen vrouwen en beleggen. Meestal richten de onderzoeken zich op de verschillen tussen mannen en vrouwen in het behaalde rendement. De uitkomst is steevast dat vrouwen betere beleggers zijn.

Betere beleggers

Mannen handelen 30% tot 45% vaker, zodat transactiekosten het rendement wat sterker drukken. Daar komt bij dat mannen gemiddeld meer risico nemen. In goede beurstijden zal het rendement wat hoger liggen dan gemiddeld. In de praktijk wordt dat voordeel echter ruimschoots uitgewist door een scherpere terugval tijdens correcties. Afhankelijk van het onderzoek is de conclusie dat het rendement van vrouwen 0,4% tot 1,4% per jaar hoger ligt dan van mannen. Een verschil van bijvoorbeeld 1% lijkt niet veel, maar ervaren beleggers weten wat de impact op lange termijn kan zijn. Bij een investering van €100.000 is het verschil tussen een gemiddeld rendement van 5% en 6% na 20 jaar meer dan €55.000. Wie dat in gedachten houdt en zich altijd goed afvraagt of een transactie echt nodig is, zal op de lange termijn een stuk beter af zijn dan beleggers die hun hoop vestigen op de interessante rekenexercitie van S&P Global.