Opkomende markten steeds beweeglijker
Opkomende markten hebben in 2016 (+14,5%) en 2017 (+20,6%) de wind flink in de zeilen gehad. Dat was ook wel nodig. Over de periode van vijf jaar (2011-2015) daaraan voorafgaand waren de opkomende markten namelijk per saldo niet van hun plaats gekomen. Sterker nog, over de achtjaarsperiode van 2008 tot en met 2015 waren opkomende aandelenmarkten zelfs verliesgevend. Dat bracht diverse beleggers dan ook ernstig aan het twijfelen over de toekomst van het beleggingsthema. Sinds een jaar staan opkomende markten echter weer op de radar. Op dit moment is de grote vraag uiteraard of er nog meer in het vat zit. Maar voordat we deze vraag beantwoorden, eerst een overzicht van dit inmiddels brede beleggingsthema.
24 landen
De MSCI Emerging Markets Index, die als benchmark geldt voor de opkomende markten, omvat 24 landen. Daarbij hebben afgerond China (30%), Zuid-Korea (16%), Taiwan (11%), India (8%) en Brazilië (7%) de grootste weging. De rest van het dubbele dozijn bepaalt niet meer dan een ruime 27% van de koersontwikkelingen.
De index bestaat nu uit 845 aandelen, waarvan de tien grootste zijn opgenomen in de tabel op de volgende pagina. Samen maken deze 845 aandelen 9% van de totale beurswaarde in de wereld uit, waarbij de wereld in dit geval wordt gedefinieerd als de MSCI All-Country World Index. Dertig jaar geleden vertegenwoordigden deze landen nog maar 1% van de wereldwijde beurswaarde.
Die groei is hand in hand gegaan met goede rendementen. Ondanks langdurig zwakke perioden, heeft de MSCI Emerging Markets vanaf begin 2001 een gemiddeld jaarrendement geboekt van 10,3% versus 5,3% van de ontwikkelde markten. Hiertegenover staat een veel grotere beweeglijkheid. De jaarlijkse volatiliteit van de opkomende landen bedroeg over deze periode 22%, versus 15% voor de MSCI World, de index van de ontwikkelde aandelenmarkten.
Doordat diverse opkomende markten door de tijd heen grote, soms divergerende ontwikkelingen doormaken, verandert de samenstelling van de index regelmatig. In de laatste jaren is bijvoorbeeld het gewicht van Brazilië gedaald van 16% in september 2010 naar 7% nu. Aan de andere kant steeg China over dezelfde periode van 18 naar 30%. Brazilië heeft jarenlang last gehad van dalende grondstoffenprijzen. China heeft daar juist weer van geprofiteerd. Brazilië komt overigens de laatste tijd weer wat terug, met dank aan de gestegen prijzen van diezelfde grondstoffen.
Het gewicht van China zal overigens verder toenemen. Indexprovider MSCI heeft vorig jaar aangekondigd in stappen de Chinese A-aandelen in de desbetreffende indices op te nemen. De marktkapitalisatie van de beurzen waarop deze aandelen genoteerd zijn, Shenzen en Shanghai, is enorm, en is zelfs vergelijkbaar met die van de VS. ETF-beleggers moet zich goed bewust zijn van de zware ‘bet’ op China.
Grote schommelingen
Ook bij de sectorwegingen zien we grote schommelingen, hoewel opkomende markten hier niet erg verschillen van ontwikkelde markten. Zo maakten in de opkomende markten de sectoren Energy en Materials in september 2010 samen 29% van de index uit; op dit moment is dat nog maar 15%. Aan de andere kant is technologie gestegen van 12 naar 27%.
Uit een recente studie van AXA Investment Management (nieuwsbrief Research & Strategy Insights, maart 2015) blijkt dat de rendementen voor opkomende markten grotendeels door vijf factoren worden bepaald. Dat zijn, in volgorde van importantie: de Amerikaanse dollar, de economische groei, de grondstoffenprijzen, de relatieve volatiliteit van opkomende versus ontwikkelde markten en de internationale ‘excess liquidity’. De Amerikaanse dollar en rendementen van opkomende aandelen kennen een negatief verband: hoe sterker de dollar, hoe slechter de rendementen omdat veel opkomende bedrijven zich financieren door middel van dollarleningen. Een zwakke dollar maakt het, vanwege valuta-effecten, voor Amerikaanse beleggers ook aantrekkelijker om in het buitenland te beleggen.
Het is dan ook niet toevallig dat de opkomende markten het de laatste twee jaar goed hebben gedaan. De dollar verzwakte over deze periode namelijk flink. Wat betreft de economische groei, gaat het niet om de hoogte daarvan, maar om de vraag of die groei accelereert of juist vaart vermindert ten opzichte van ontwikkelde markten. Als de groei in opkomende markten dus relatief toeneemt, is dat goed voor de koersontwikkeling van opkomende markten.
Toenemende volatiliteit versus ontwikkelde markten heeft echter een negatieve invloed op de koersen. Excess liquidity wordt hier gedefinieerd als de geldhoeveelheid in de OESO-landen minus de industriële productie. Hoe meer excess liquidity, hoe beter dat is voor de rendementen. Het is opvallend dat waarderingen in termen van bijvoorbeeld koers-winstverhouding, maar ook de hoogte van de rente, niet of nauwelijks relevant zijn voor de toekomstige koersontwikkelingen.
Toekomst
De meeste analisten zijn gematigd positief over opkomende markten. Maar als koersen een aantal malen zijn opgelopen wordt er (vanzelfsprekend) ook tot voorzichtigheid gemaand. Zo stelt Glen Finegan, hoofd Global Emerging Market Equities van Janus Henderson, dat de waarderingen van veel kwalitatieve bedrijven vooral in Azië erg hoog zijn geworden. Ook de waarderingen van de kwalitatief betere Chinese A-aandelen zijn in zijn ogen te hoog. Finegan maakt zich zorgen over de toegenomen risicobereidheid van beleggers in de afgelopen twee jaar. Hij blijft echter op de lange termijn positief vanwege de ondersteunende demografische trends, zoals bevolkingsgroei en de groei van de middenklasse in bepaalde delen van de ontwikkelende wereld.
AXA stelt op basis van de analyse van de hierboven genoemde rendementsfactoren dat de opkomende markten het de komende jaren relatief beter zouden moeten doen dan de ontwikkelde markten. Sterker nog, de outperformance van opkomende markten van de afgelopen twee jaar is nog maar het begin van de relatieve ‘bull cyclus’. Dat neemt volgens AXA echter niet weg dat de risico’s zijn toegenomen: onder andere een sterker wordende dollar en een afname van de monetaire ondersteuning kunnen voor diepere correcties en meer beweeglijkheid zorgen.
Beleggers Belangen Stappenplan
Selectie van ETF voor opkomende markten
1. Bepaal de allocatie
In een standaard aandelenportefeuille is een weging van 10% een neutrale weging. Op grond van te verwachte relatieve outperformance van opkomende markten kan dit percentage eventueel verhoogd worden naar 15 of 20%.
2. Actief of passief?
Er zijn diverse actieve beheerders die in het verleden hebben aangetoond de juiste keuzes te maken.
3. Alle opkomende markten?
In opkomende markten zijn er grote en divergerende ontwikkelingen tussen landen, regio’s en sectoren. In een breed gespreide ETF weegt China zwaar mee. Om dit te verminderen kan ook een selectie worden gemaakt van regio-ETF’s, bijvoorbeeld met accenten op Zuid-Amerika (achtergebleven), Afrika (hoge groei), Rusland (fundamenteel ondergewaardeerd) en India.
4. Kies een index
De best gespreide indices, zoals die van FTSE of MSCI. Er zijn ook alternatief gewogen indices. Deze vereisen eerst nadere kennismaking.