Valutaoorlog laait weer op
Drie maanden geleden wijdden we op deze plek een artikel aan de dreiging van een valutaoorlog. De dollar bevond zich toen al langere tijd in een dalende trend. Dat paste precies in het streven van de Amerikaanse regering om met lagere exportprijzen een betere handelspositie te creëren voor de binnenlandse bedrijven. Europa en Azië leken destijds te berusten in een goedkopere dollar, een houding die grotendeels werd ingegeven door de dreiging van de Amerikaanse president Trump om tot protectionistische maatregelen over te gaan. De VS leken, nog voordat de valutastrijd gestreden was, dus als winnaar uit de strijd te zijn gekomen.
Nu Trump is begonnen met het opleggen van importheffingen – en die ingeslagen weg lijkt te vervolgen – hebben Europese en Aziatische centrale banken hun pacifistische houding echter laten varen. Daardoor is de dollarindex (de koers van de dollar tegen een mandje van valuta’s) de laatste tijd met 4% gestegen.
Meer voorzichtigheid
Gouverneur Kuroda van de Bank of Japan (BoJ) zei in een recent interview dat het Japanse monetaire beleid langere tijd verruimend zal moeten blijven, totdat de inflatiedoelstelling van 2% is bereikt. ECB-president Draghi duidde tijdens zijn laatste persconferentie ook op meer voorzichtigheid met het afbouwen van kwantitatieve verruiming. In het Verenigd Koninkrijk temperde gouverneur Carney van de Bank of England de marktverwachtingen voor een renteverhoging in mei. En in China versoepelden de autoriteiten onlangs nog de reserveverplichtingen van banken. Niet-Amerikaanse centrale banken lijken zich dus te verweren tegen een verdere verzwakking van de dollar. En met reden.
Ten eerste is de dreiging van Amerikaans protectionisme bewaarheid geworden. De berusting in het naderend onheil van opgelegde importheffingen door niet tegen de dollardepreciatie te ageren, is weinig succesvol gebleken. Om verminderde inkomsten uit exporten naar de VS op te vangen, worden de eigen munten nu verzwakt.
Tegenwind
Ten tweede nopen binnenlandse politieke ontwikkelingen in Europa en Japan de ECB en de Bank of Japan ertoe om mogelijke renteverhogingen vooruit te schuiven. In Japan hebben politieke schandalen de steun voor de regering-Abe in de peilingen verzwakt, waardoor het huidige overheidsbeleid – bekend onder de naam ‘Abenomics’ en gebaseerd op een mix van structurele hervormingen en zeer lage rentetarieven – op de tocht kan komen te staan. Dat heeft de afgelopen weken bijgedragen aan een sterkere yen, een ontwikkeling die de BoJ nu dus probeert tegen te gaan.
In Europa is de president van Frankrijk verwikkeld in een conflict met de vakbonden over zijn hervormingsplannen en ondervindt de bondskanselier van Duitsland tegenwind binnen haar eigen partij voor een verder gaande Europese banken- en begrotingsunie. Hoe minder vooruitgang regeringsleiders Macron en Merkel maken op dat gebied, hoe behoedzamer de ECB zal zijn met het verhogen van de rente.
Het is echter vooral van belang dat de groeivooruitzichten voor de VS en de rest van de wereld niet langer synchroon lopen. Terwijl de Amerikaanse groei wordt opgezweept door belastingverlagingen en investeringsplannen van Trump, beginnen in Europa, Japan en China tekenen van groeivertraging zichtbaar te worden.
Nu veel andere landen minder tot renteverhogingen geneigd lijken te zijn, terwijl de Fed juist het voortouw neemt op weg naar hogere rentes, kan de dollar verder aan kracht winnen. Dan is het in deze opgelaaide valutaoorlog slechts een kwestie van tijd voordat ‘veldmaarschalk’ Trump weer ten strijde trekt.