Nabeurs: het onzichtbare effect van aandeleninkoop
De winstcijfers van deze week onderstrepen dat het Amerikaanse bedrijfsleven een uitstekend eerste kwartaal achter de rug heeft. De ondernemingen in de S&P500 Index stevenen af op een gezamenlijke winst van ruim $310 mrd. Door nieuwsdienst Thomson Reuters verzamelde cijfers en schattingen wijzen erop dat dit bedrag 20% hoger ligt dan een jaar eerder. In werkelijkheid is die stijging waarschijnlijk zelfs nog wat groter. Bij meer dan driekwart van de bedrijven die cijfers naar buiten brachten, lag de winst hoger dan verwacht. Dat wijst erop dat er waarschijnlijk ook nog wat meevallers komen van ondernemingen die nog geen resultaten hebben gepubliceerd. Het laat zich al uittekenen wat ondernemingen gaan doen met de enorme winsten.
Eigen aandelen kopen
Het overgrote deel van de winst stroomt straks naar de aandeelhouders via dividend en voornamelijk de inkoop van eigen aandelen. Vorig jaar kochten Amerikaanse bedrijven al voor circa $530 mrd eigen stukken in. De schattingen voor het lopende jaar variëren van circa $650 mrd tot meer dan $900 mrd. Die forse toename is niet alleen te danken aan de stijgende winsten. De belastingwijziging die de Amerikaanse president Donald Trump eind vorig jaar doorvoerde, maakt het fiscaal aantrekkelijker voor ondernemingen om in het buitenland opgebouwde winsten terug te sluizen naar de thuismarkt. Analisten van Bank of America Merrill Lynch schatten dat het om een bedrag van ongeveer $1.200 mrd gaat. Alleen al in het eerste kwartaal kondigden bedrijven aan om voor bijna $250 mrd eigen stukken in te kopen. Als dit bedrag in 2018 uitkomt op $900 mrd, kopen bedrijven bijna 4% van de totale waarde van de S&P500 in.
Bewijs ontbreekt
Er is de afgelopen jaren al veel geschreven over de vraag of beleggers daar blij mee moeten zijn. Omdat het aantal uitstaande aandelen afneemt, zal de winst per aandeel in de toekomst relatief hoger liggen. Aan de andere kant kan een concern het geld niet meer aanwenden voor investeringen in toekomstige groei. Uit een analyse van hedgefonds AQR Capital Management komt echter naar voren dat er geen bewijs is dat aandeleninkoop ten koste gaat van investeringen. Uit verschillende studies blijkt dat bedrijven die een inkoop aankondigen op korte termijn een kleine koersimpuls krijgen. Op de lange termijn zijn de effecten niet altijd even positief. Een onderneming die heel veel opzij zet voor de inkoop van eigen aandelen, loopt het risico de financiële positie uit te hollen.
Het gevaar van aandeleninkoop
Een goed voorbeeld is General Electric, dat in 2015 aankondigde dat het voor $50 mrd eigen stukken wilde inkopen. Onder meer door problemen bij de financiële divisie moest het concern het dividend vorig jaar halveren. Ondanks de inkoop van eigen aandelen is de beurskoers sinds eind 2015 gehalveerd. In de sterk toenemende populariteit van aandeleninkoop schuilt echter ook een gevaar dat de impact bij individuele ondernemingen overstijgt. Door de inkoop van eigen stukken ontstaat een dempend effect op de koersschommelingen. Zakenbank Goldman Sachs analyseerde vorige maand al dat deze factor de correctie in februari waarschijnlijk versterkt heeft. De inkopen vinden namelijk niet evenwichtig gespreid over het jaar plaats. In de vier weken voor een cijferpublicatie, is het voor het management of een bedrijf zelf niet toegestaan om in de eigen aandelen te handelen. Dit wordt ook wel een ‘black-out’ genoemd.
Pas op voor black-outs
Tijdens de februari-correctie ging de beurskoers van bedrijven die in een black-out zaten met gemiddeld 9,3% omlaag. Ondernemingen die relatief laat cijferen en dus nog wel aandelen konden kopen, zagen de koers met gemiddeld 7,8% dalen. Het goede nieuws is dat de aandeleninkoop in mei (10% van jaarbedrag) en juni (9%) relatief hoog ligt. Hierdoor zal een eventuele koersdaling niet versterkt worden doordat bedrijven in een black-out zitten. Juli en oktober zijn na januari en april de maanden waarin de aandeleninkoop op een relatief laag pitje staat. Echt oppassen wordt het pas als bedrijven na het onvermijdelijke recordjaar 2018 opeens flink minder stukken gaan inkopen. De onzichtbare volatiliteitsbuffer zal dan weer afnemen. De ervaring leert dat dit meestal gebeurt op het moment dat beleggers deze eigenlijk het hardste nodig hadden. Het is geen toeval dat 2007 vooralsnog het recordjaar is voor aandeleninkoop. Een jaar later bereikte de kredietcrisis het hoogtepunt.