Beurs & Economie: opkomende landen zijn sterker geworden
‘Taper tantrum’ is een Angelsaksische woordspeling op ‘temper tantrum’. Die uitdrukking laat zich het beste vertalen als een driftbui van het soort dat vaak met kinderen wordt geassocieerd. Een korte, hevige woede-uitbarsting als impulsieve, emotionele reactie op bepaalde omstandigheden. Met ‘tapering’ (Engels voor ‘afbouwen’), wordt in financiële markten het terugdraaien van verruimend monetair beleid van centrale banken bedoeld.
De ‘taper tantrum’ deed zich voor het eerst voor in 2013. Beleggers reageerden toen op beleid van de Fed. De toenmalig voorzitter van het Amerikaanse stelsel van centrale banken, Ben Bernanke, kondigde destijds het einde aan van het beleid van kwantitatieve verruiming dat de Fed jarenlang had gevoerd om de Amerikaanse economie uit de financiële crisis te trekken. De onzekerheid over de gevolgen van het geleidelijk verminderen van de hoeveelheid geld in de economie, zorgde voor een plotselinge en grote kapitaalvlucht uit opkomende markten. Hoewel relatief kortstondig, deden de omvang en snelheid van de taper tantrum de opkomende markten schudden op hun grondvesten.
Betere fundering
De kans op herhaling van een taper tantrum is dit keer een stuk kleiner. Dat komt omdat de omstandigheden nu heel anders zijn dan vijf jaar geleden. Bij de recente herwaardering van Amerikaanse staatsobligaties – lagere koersen en hogere rentes – zijn beleggers niet weggevlucht uit opkomende markten. Integendeel: obligaties uit opkomende markten in lokale valuta’s deden het de laatste weken zelfs beter dan Amerikaanse aandelen en staatsobligaties.
In vergelijking met 2013 ligt nu een steviger economisch fundament onder de opkomende markten. De economische veerkracht van de landen in kwestie wordt gedreven door verbeterde betalingsbalansen – Turkije uitgezonderd – alsmede aantrekkende groei en een verminderd risico op (serieuze) groeivertraging in China door wereldwijd aanhoudende vraag. Over een breed front worden in opkomende markten hervormingen doorgevoerd die bijdragen aan de positieve dynamiek. Daarnaast lopen officiële reserves op, bewegen lokale valuta’s steeds vrijer en is er een betere toegang tot de kapitaalmarkten. Bovendien bevinden opkomende markten zich veel vroeger in de economische cyclus waardoor de kans op een snel stijgende inflatie veel minder groot is. En niet onbelangrijk: in opkomende markten liggen zowel de waarderingen als de rentes nog altijd op aantrekkelijke niveaus vergeleken met ontwikkelde landen.
Geld achter de hand houden
Maar ondanks de interne kracht van opkomende markten, moeten beleggers wel alert blijven: net als alle financiële markten, reageren opkomende markten op monetair beleid en de ontwikkelingen wereldwijd. De grote correlatie tussen veel van de sterker wordende valuta’s uit opkomende landen en de depreciërende Amerikaanse dollar in de laatste 12 maanden, toont de afhankelijkheid van externe omstandigheden overduidelijk aan. Naast het besef van dergelijke samenhangende relaties, blijft ook het begrip van specifieke politieke risico’s en de focus op hervormingsgezindheid in landen als Zuid-Afrika en Mexico van groot belang.
Door oplopende rentes en stijgende inflatiedruk zijn de financiële markten nerveuzer en volatieler geworden. Mocht (een wellicht mildere van vorm van) taper tantrum de komende tijd toch zijn opwachting maken, en mocht er geld wegstromen uit opkomende markten, dan zou dat koopjesjagers de gelegenheid bieden om op betere niveaus posities in te nemen of uit te breiden. In die context zou wat extra geld in kas houden niet onverstandig zijn.