Stagflatie ligt op de loer
Het economisch herstel dat na de financiële crisis heeft ingezet, duurt onverminderd voort. Economische data blijven robuust en het IMF krikte in januari haar prognoses voor wereldwijde economische groei in 2018 en 2019 omhoog naar 3,9%. Die schatting lag eind vorig jaar nog op 3,7 %. Daarbij krijgt de Amerikaanse economie ook nog eens een steuntje in de rug door de positieve uitwerking van belastingverlagingen in de Verenigde Staten.
Maar hoewel de groei van het handelsvolume sinds afgelopen zomer stabiel blijft op 5% jaar-op-jaar, wijzen recente cijfers over handelswaarde op dalende importen van ‘s werelds op één na grootste economie, China. Piekvorming is ook zichtbaar in de minder stijgende prijzen van industriële metalen en in de samengestelde PMI-cijfers (wat belangrijke leidende indicatoren zijn voor de industriële activiteit), Die vlakken wat af in de ontwikkelde markten.
Dreigende handelsoorlog
Deze economische gegevens zijn nog altijd bemoedigend. Het zorgeloze plaatje verandert echter als we de aandacht verleggen op de Amerikaanse handelspolitiek. De Verenigde Staten legden eerder dit jaar importtarieven op aan producenten van zonnepanelen en wasmachines uit onder meer China. Vorige week kondigde de Amerikaanse handelsminister Wilbur Ross aan dat het land ook de tarieven op import van aluminium en staal uit het buitenland gaat verhogen. China liet direct weten in dat geval met economische vergeldingsmaatregelen te zullen komen.
De toon en dreiging van de Amerikanen wijzen in ieder geval op een agressievere handelsbenadering. Dat vergroot wereldwijd de kans op een toename in protectionistisch gedrag en zou tot stagflatie kunnen leiden. De combinatie van mondiaal stagnerende groei en aanhoudende onzekerheid over economische groei in China, net nu de inflatie een voorzichtige stijging laat zien, zou niet gunstig uitpakken voor risicovolle beleggingen zoals aandelen.
Hulp van zwakke dollar
Een van de opvallendste kenmerken van het presidentschap van Donald Trump is de aanhoudende verzwakking van de Amerikaanse dollar. Sinds de president meer dan een jaar geleden werd beëdigd, daalde de munt met ongeveer 10% in waarde. Bijgevolg profiteerden exporteurs en internationaal opererende bedrijven in de Verenigde Staten tot nu toe volop van de zwakkere ‘greenback’.
Maar renteverhogingen van de Fed en belastingverlagingen van de regering-Trump zouden juist factoren moeten zijn die zorgen voor een sterkere munt – in ieder geval op de korte termijn. De huidige zwakte van de dollar kan dan ook niet los worden gezien van de goede economische omstandigheden elders in de wereld, met name in Europa. Daar wordt de aanstaande verkrapping van het monetaire beleid door sommige analisten zelfs eerder verwacht dan het moment waarop de Europese Centrale Bank momenteel zelf lijkt aan te sturen.
Niet ingeprijsd
Of we aan de vooravond staan van een ommekeer, en de dollar weer gaat aantrekken, valt nog maar te bezien. De Amerikaanse munt koerst op de huidige niveaus namelijk nog altijd boven het langjarige gemiddelde. De ECB gaat, in navolging van de Fed, ook een krapper beleid voeren. Maar waar de markt al diverse renteverhogingen van de Fed in de EUR/USD-koers heeft verdisconteerd, hebben beleggers de renteverwachtingen voor de middellange termijn in Europa nog niet ingeprijsd.
Een verdere verzwakking van de dollar zou daarom voor de hand liggen. Doordat veel landen schulden in dollars hebben, zou dit een verruimend effect op wereldwijde liquiditeit kunnen hebben. En dat is juist weer gunstig voor risicovolle beleggingen.