Belegger van de week: Ronald Kok
Waarom bent u met beleggen begonnen?
‘Mijn vader belegde voornamelijk in Nederlandse aandelen en hij heeft mij waarschijnlijk geïnspireerd. Toen ik 12 jaar was, knipte ik al artikelen uit de krant en hield de koersen bij – alles met de hand – want internet was toen nog niet zo groot. Toen ik 15 jaar was, begon ik met het kopen van aandelen. Dat deed ik met het geld dat ik verdiende met mijn krantenwijken. Ik weet het nog goed: mijn eerste aandelen waren van Hagemeijer.’
Waarom bent u nu een actieve belegger?
‘Momenteel beleg ik niet, want ik heb al mijn vermogen in mijn bedrijf moeten steken. Ik heb een website, en daarvoor probeer ik alle Amerikaanse en Europese aandelen te volgen. Verder ben ik als redactielid verbonden aan de VBA, de beroepsvereniging voor beleggingsadviseurs, en schrijf ik voor de Belgische beleggingsfederatie VFB. In mijn reviews benader ik de markten vanuit een academische invalshoek. Ik ben afgestudeerd bedrijfseconoom en heb in het verleden voor ING en Robeco gewerkt.’
Wat was uw grootste succes?
‘Het vaak doorrollen van kortlopende geschreven calls en puts op aandelen van ASML en Philips. Deze twee aandelen zijn beweeglijk en dat zorgt voor een relatief hoge opbrengst. Het is natuurlijk een vrij defensieve en saaie strategie, maar dat maakt mij totaal niets uit.’
Wat was uw grootste teleurstelling?
‘Hagemeijer. Daarvan had ik naast aandelen ook geschreven putopties. Na de grote crash in 2000 zakte de koers van €20 naar €2. Het grootste deel van mijn portefeuille bestond uit aandelen Hagemeijer. Vanwege mijn slechte spreiding ging ik dus flink de mist in.’
Hoeveel tijd besteedt u aan uw beleggingen?
‘Voor mijn beleggingsplatform ben ik er iedere dag mee bezig. Ik verzamel en analyseer data en lees veel jaarverslagen. De filters om bedrijven te beoordelen heb ik ook zelf ontwikkeld. Ik werk thuis met drie beeldschermen en verzorg iedere dag relevante content en updates.’
Wat is uw strategie?
‘Ik ben een conservatieve belegger. Het is onmogelijk om de beurs te voorspellen en daarom is spreiden van essentieel belang. Ik volg veel aandelenscreeners, zoals die van Buffett, Greenblatt en Piotroski. Een aandelenscreener is een filtering van de markt op basis van de meest relevante beleggingscriteria. Daarbij kun je denken aan de koers-winstverhouding, het dividendrendement, de omzetgroei et cetera. Op langere termijn verslaan deze screeners zelfs de superieure ETF’s. Ik probeer ook vaak om naast aandelen gedekte calls en puts te schrijven.’
Wat is uw grootste ergernis?
‘Beleggen krijgt veel te veel aandacht. Niemand kan de beurs voorspellen. Hoe actiever beleggers zijn, hoe slechter hun rendementen. Saaie beleggers doen het vaak veel beter. Beleggers kunnen het beste één middag per jaar een simpele aandelenscreener gebruiken, aandelen kopen, en klaar is Kees. Als zij een jaar wachten, levert dat een beter rendement dan regelmatig handelen.’
Welke belegger bewondert u het meest?
‘John Bogle, de oprichter van Vanguard. Hij heeft de beleggingswereld structureel verbeterd door ETF’s te introduceren. “Dat scheelt de belegger jaarlijks miljarden dollars”, hoorde ik Warren Buffett afgelopen zomer in Omaha over Bogle zeggen. Daarnaast heb ik veel bewondering voor Nobelprijswinnaar Robert Shiller, Wesley Grey en Mebane Faber. Zij leggen in simpele taal uit wat de beste aandelenstrategieën zijn en maken de vaak troebele beleggingsmaterie heel toegankelijk.’
Wat verwacht u de komende tijd van de beurs?
‘Op korte termijn is er geen peil op te trekken. Op lange termijn leveren aandelen het meeste op. Vooral waardeaandelen: lage k/w, hoge dividendrendementen, hoge boekwaarde, groeiende omzetten enzovoort.’
Welke tip heeft u voor andere beleggers?
‘Denk eraan om te spreiden. Een portefeuille met ruim dertig waardeaandelen is voldoende om op de lange termijn winst te maken. Als het kan, schrijf er dan ook opties op en besteed er verder niet teveel tijd aan. Voor degenen die hun portefeuille willen uitbreiden geef ik nog een paar tips voor goedkope aandelen: Volkswagen, Barclays, Centrica en Abercrombie & Fitch. Die hebben allemaal een lage CAPE-ratio.’