Column Bitcoin en Goud: Het loont om niet consequent te zijn
Zoekmachine
Die visie onderbouwde ik door te verwijzen naar de begindagen van het internet. In 1995 was al duidelijk dat er één internet-zoekmachine heel groot zou worden en heel veel geld zou gaan verdienen. Maar in welke zoekmachine moest je beleggen? Het antwoord: in geen van de zoekmachines die op dat moment beschikbaar waren, want de uiteindelijke winnaar Google zag pas jaren later het levenslicht. Zo gaat het meestal met nieuwe ontwikkelingen: de partij die een ontwikkeling in gang zet, is meestal niet de winnaar op lange termijn. Maar soms loopt het anders dan ik verwacht had, en dan stel ik mijn mening bij. Zo kon het gebeuren dat ik tijdens het grootste online beleggersdebat, in januari 2017, mijn mening over de bitcoin had bijgesteld en adviseerde om erin te beleggen. Dat kwam omdat er nog steeds geen concurrent was opgestaan waar ik meer potentieel in zag dan in de bitcoin. Het is zoals de grote econoom Keynes al zei: 'Als de feiten veranderen, stel ik mijn mening bij. En wat doet u, meneer?'Bitcoin en goud
De regels van het beleggersdebat zijn dat de beleggingstip 12 maanden loopt. Met een stijging van ruim 700% in 2017 ben ik alweer geruime tijd negatief over de prijs van de bitcoin, want dit soort stijgingen slaat helemaal nergens op. Ik zal met knikkende knietjes kijken naar de prijs van een bitcoin in de laatste weken van het jaar. Zo zijn er nog wel meer posities waar ik soms heel enthousiast over ben, en soms heel negatief. De goudprijs, bijvoorbeeld, steeg in 2011 omdat beleggers bang waren dat het gebruik van de geldpers tot hyperinflatie zou leiden. Ik geloofde daar op korte termijn niet in. In de Weimarrepubliek van bijna een eeuw geleden was de inflatie niet meer onder controle te houden toen de balans een omvang had bereikt van 200% van de grootte van de economie. De ECB en de Fed zitten nog altijd onder de 45%. Momenteel moeten beleggers weer niets van goud hebben, terwijl onder de radar alweer problemen aan het ontstaan zijn in de wereldeconomie. Ik ben daardoor zó enthousiast over goud dat het zelfs de grootste positie is in mijn privéportefeuille.Op de website van Beleggers Belangen schreef ik vorige week een blog. In dat artikel stond elk advies dat ik heb gegeven sinds ik op 1 september 2015 weer voor Beleggers Belangen ben gaan werken. Ik heb er ook bij verteld welke adviezen ik nog koopwaardig vond.
Mijn artikel leidde tot veel reacties. Sommige lezers verweten mij dat ik vaak van mening verander over een belegging. Een voorbeeld daarvan is de bitcoin. In de periode 2011-2015 heb ik me altijd negatief uitgelaten over een investering deze digitale munt. De reden hiervoor was dat ik weliswaar geloofde in de onderliggende blockchain-technologie, maar niet in de bitcoin.
Zoekmachine
Die visie onderbouwde ik door te verwijzen naar de begindagen van het internet. In 1995 was al duidelijk dat er één internet-zoekmachine heel groot zou worden en heel veel geld zou gaan verdienen. Maar in welke zoekmachine moest je beleggen? Het antwoord: in geen van de zoekmachines die op dat moment beschikbaar waren, want de uiteindelijke winnaar Google zag pas jaren later het levenslicht.
Zo gaat het meestal met nieuwe ontwikkelingen: de partij die een ontwikkeling in gang zet, is meestal niet de winnaar op lange termijn. Maar soms loopt het anders dan ik verwacht had, en dan stel ik mijn mening bij. Zo kon het gebeuren dat ik tijdens het grootste online beleggersdebat, in januari 2017, mijn mening over de bitcoin had bijgesteld en adviseerde om erin te beleggen. Dat kwam omdat er nog steeds geen concurrent was opgestaan waar ik meer potentieel in zag dan in de bitcoin. Het is zoals de grote econoom Keynes al zei: ‘Als de feiten veranderen, stel ik mijn mening bij. En wat doet u, meneer?’
Bitcoin en goud
De regels van het beleggersdebat zijn dat de beleggingstip 12 maanden loopt. Met een stijging van ruim 700% in 2017 ben ik alweer geruime tijd negatief over de prijs van de bitcoin, want dit soort stijgingen slaat helemaal nergens op. Ik zal met knikkende knietjes kijken naar de prijs van een bitcoin in de laatste weken van het jaar.
Zo zijn er nog wel meer posities waar ik soms heel enthousiast over ben, en soms heel negatief. De goudprijs, bijvoorbeeld, steeg in 2011 omdat beleggers bang waren dat het gebruik van de geldpers tot hyperinflatie zou leiden. Ik geloofde daar op korte termijn niet in. In de Weimarrepubliek van bijna een eeuw geleden was de inflatie niet meer onder controle te houden toen de balans een omvang had bereikt van 200% van de grootte van de economie. De ECB en de Fed zitten nog altijd onder de 45%. Momenteel moeten beleggers weer niets van goud hebben, terwijl onder de radar alweer problemen aan het ontstaan zijn in de wereldeconomie. Ik ben daardoor zó enthousiast over goud dat het zelfs de grootste positie is in mijn privéportefeuille.