Obligatiemarkt creëert eigen probleem
Net als afgelopen jaar staat ook dit jaar een groot aantal vermogenscategorieën in de plus. Dat is op zich niet zo opmerkelijk, vindt Matthew Beaudry, strateeg bij de Amerikaanse vermogensbeheerder Putnam Investments. Wat pas echt opvallend is, merkt Beaudry op, is de enorm lage beweeglijkheid op de Amerikaanse aandelenmarkt. Net zoals veel marktpartijen bepaalt de strateeg de beweeglijkheid of volatiliteit van de aandelenmarkt aan de hand van de VIX. Deze VIX meet de verwachte volatiliteit van de S&P500-index aan de hand van optieprijzen. Een lage VIX duidt op een lage verwachte volatiliteit van de S&P500-index. Tussen 1990 en 2016 daalde de VIX in totaal slechts negen keer onder de 10. Dergelijk lage niveaus zijn dus zeldzaam. Behalve dan dit jaar. Want in 2017 is de VIX liefst 35 keer onder de 10 gedaald en dat is pas echt bijzonder, concludeert de Putnam-strateeg.
Laagterecords
De lage VIX en de afwezigheid van serieuze dalingen van de S&P500-index hebben dit jaar al veel aandacht gekregen. Maar de aandelenmarkt is niet de enige financiële markt waar een opvallende kalmte heerst. Ook op de obligatiemarkten is het rustig. Dat blijkt uit het verloop van de MOVE Index. Dit is de VIX van de markt voor (opties op) Amerikaanse staatsobligaties. Ook deze MOVE Index zet nieuwe laagterecords neer. Op de Europese markt voor staatsobligaties is het niet anders, zo berekende Bank of America Merrill Lynch (BofAML). Dat heeft tot opmerkelijke uitkomsten geleid, stelt de broker vast. Zo is het effectief rendement van risicovolle, ‘high yield’, euro-bedrijfsleningen dit jaar tot onder dat van tienjarige Amerikaanse staatsleningen gedaald.
Ongekend populair
Zeker net zo opvallend is de daling van het effectief rendement op zwaar achtergestelde bankleningen die bekend staan onder de roepnaam ‘coco’. Deze afkorting staat voor ‘contingency convertible’: bankleningen die, wanneer de kapitaalratio’s van een bank onder een bepaald niveau zakken, deels of volledig worden afgeschreven of in aandelen worden omgezet. Dit zijn dus zeer risicovolle obligaties. Maar deze coco’s zijn dit jaar ongekend populair bij beleggers. De zoektocht naar beleggingen die een aantrekkelijk inkomen bieden en het herstel van de economie van de eurozone hebben het effectief rendement op deze categorie naar ongekende dieptepunten gebracht. Begin deze maand daalde het effectief rendement van de Bloomberg Barclays coco-index tot 2,77%. Inmiddels is dit effectief rendement opgelopen tot 3,5%. Maar dat is nog steeds lager dan het dividendrendement op de Stoxx Europe Bank Index dat op een kleine 4% staat.
Zelfversterkende zoektocht
Dat is een problematisch gegeven voor de bedrijfsobligatiemarkt, waarschuwt BofAML. De koersen van bedrijfsobligaties hebben immers minder opwaarts potentieel dan bankaandelen. Beleggers in bedrijfsobligaties nemen genoegen met een steeds lagere risico-opslag. De risico-opslag is het extra rendement dat beleggers eisen om in plaats van veilige staatsobligaties de meer risicovolle bedrijfsobligaties in portefeuille te nemen. Gecorrigeerd voor de lage beweeglijkheid van de lange rente zijn, paradoxaal genoeg, de risico-opslagen van euro-bedrijfsobligaties dit jaar alleen maar aantrekkelijker geworden. Dat zet beleggers in bedrijfsobligaties aan tot een zichzelf versterkende zoektocht naar een aantrekkelijk rendement, aldus BofAML.
Dit proces is ook de obligatiestrategen van Société Générale (SG) niet ontgaan. Zij vinden de markt voor euro-bedrijfsobligaties daarom al erg duur. Maar voor welke markt geldt dat niet, stellen zij vast. Bovendien ziet SG geen risico’s op de korte termijn. Maar zelfs zij ontkomen niet aan de – wat ons betreft ook onvermijdelijke – conclusie dat ‘het opwaarts potentieel voor bedrijfsobligaties beperkt is, terwijl het neerwaarts risico juist substantieel is’.