Beurs en Economie: China blijft lonken
Tijdens zijn toespraak bij de opening van het 19de Partijcongres maakte de Chinese leider Xi Jinping een zelfverzekerde indruk. Hij straalde trots uit op de Communistische Partij, onder leiding waarvan China qua omvang de tweede economie in de wereld is geworden. Dat de groei – na jarenlang in de dubbele cijfers te zijn gelopen – de laatste tijd wat afvlakt, mag voor een economie in transitie niet verwonderlijk heten.
Meer in balans
Sterker nog, de groeivertraging lijkt een teken van meer economische balans in China. In het verleden werd groei vooral bevorderd door grenzeloze kredietverlening in de staatsgeoriënteerde landbouw- en industriesectoren. Maar tegenwoordig wordt steeds meer geïnvesteerd in een nieuwe, consumptiegedreven en op diensten gerichte economie. Tevens hervormt de Chinese overheid in toenemende mate vanuit de aanbodkant, waardoor overcapaciteit wordt teruggedrongen.
De focus moet ook liggen op het terugdringen van schulden, al is het maken van onderscheid bij de door beleggers gevreesde hoge Chinese schuldenlast wel op zijn plaats. Relatief hoge bedrijfsschulden staan in contrast met de lage schulden per huishouden. Zorgvuldige, actieve analyse helpt beleggers om met schulden overladen bedrijven te mijden.
Bovendien publiceerde JPMorgan onlangs een rapport waaruit bleek dat de totale schuld ten opzichte van het bbp in China in het tweede kwartaal van dit jaar voor het eerst sinds 2011 is gedaald. De weg naar ‘ontschulden’ lijkt daarmee ingeslagen, wat het evenwicht in de economie ten goede komt.
Ook het hervormingsbeleid van de Chinese overheid – met voortschrijdende liberalisering en buitenlandse toegang tot de Chinese aandelenmarkt – werpt zijn vruchten af. ’s Werelds grootste maker van indices, MSCI, besloot afgelopen juni tot de opname van Chinese A-aandelen in de MSCI Emerging Markets (EM) Index. Het gaat om in yuan genoteerde aandelen van Chinese bedrijven die op de beurzen van Shanghai en Shenzhen worden verhandeld). Ze zullen in beginsel per eind mei 2018 minder dan 1% van de index uitmaken, maar MSCI heeft aangegeven dat uiteindelijk 17% uit Chinese aandelen zal bestaan. Dat zal de aandacht voor, en vraag naar, Chinese bedrijven alleen maar meer stimuleren.
Pijlen op de nieuwe economie
De A-aandelen zijn inmiddels ook een duidelijker afspiegeling van de richting waarin de Chinese economie zich beweegt. Met meer dan 3000 bedrijven en een constante stroom aan IPO’s kan er belegd worden in veel meer jonge en dynamische bedrijven dan vroeger, toen de staatseconomie nog dominant was. Daarnaast zijn buitenlandse beleggers nog serieus onderwogen in China. Een historisch gebrek aan toegankelijkheid heeft er, samen met scepsis over de Chinese aandelenmarkt, voor gezorgd dat buitenlandse investeerders slechts 3% van de A-aandelen in handen hebben.
Wat dat betreft is een vergelijking met Taiwan interessant. Dat land opende in 1991 zijn markt voor buitenlandse investeerders, en dit heeft ertoe geleid dat inmiddels zo’n 40% van de lokale aandelen in buitenlandse handen is. Een dergelijk scenario zou ook in China tot de mogelijkheden moeten behoren.
De Chinese A-aandelenmarkt is door zijn toegankelijke structuur voor particuliere beleggers (goed voor 80% tot 90% van de handelsactiviteiten in A-aandelen) in combinatie met het brede aanbod van aandelen, een ideale markt voor actieve beleggers. Door kwalitatief hoogwaardige bedrijven met weinig schulden te selecteren, kunnen in China nog immer aantrekkelijke rendementen worden gerealiseerd. <