Belegger van de Week: Henk van Hoeij
Waarom bent u met beleggen begonnen?
‘Eind jaren zeventig kwam ik terug na een aantal jaren werken in het buitenland en ik had hier geld op de bank. Mijn schoonvader – ondernemer en geroutineerd belegger – heeft toen aangeboden dit voor mij te beleggen in Akzo en Koninklijke Olie. Die aandelen heb ik nog altijd!’
Waarom bent u nu een actieve belegger?
‘In de krant lees ik altijd eerst het economiekatern. Ik heb altijd al belangstelling gehad voor wat er in de wereld aan de hand is, hoe politiek, economie en de financiële sector verbonden zijn. Sinds 1985 ben ik lid van beleggingsclub Safe. Erg leerzaam, zo’n lidmaatschap. Veel beleggingsclubs leiden een moeizaam bestaan sinds de crisis begon in 2008, maar bij ons ging het tijdens de financiële crisis goed, omdat we veel cash aanhielden. We zijn in 2010 weer begonnen met beleggen. Zoals Warren Buffett zegt: kopen als het bloed door de straten loopt.’
Wat was uw grootste succes?
‘Ik heb er twee. Ten eerste de ABN Amro-aandelen die ik al heel lang had en die ik bij de overname met enorme winst heb verkocht. Ten tweede KPN, al klinkt dat misschien gek nu dat zo laag staat, maar ik heb daar goed aan verdiend. Daarnaast zijn mijn Akzo’s en Olie’s in de loop der jaren flink gestegen en hebben ze een mooi dividend gegeven.’
Wat was uw grootste teleurstelling?
‘Medio jaren tachtig heb ik swaps op Akzo gekocht. Ik had het erg druk met mijn werk en keek er nauwelijks naar om. Totdat de bank me belde dat ik fors geld verloren had. Maar mijn allergrootste misser was Goodwood, beleggen in teakhout in Brazilië op een manier die ook goed was voor de lokale bevolking. Rond 2000 bleek dat het geld verkeerd was gebruikt. Gelukkig had ik mijn pensioen hier niet in belegd. Mijn vrouw en ik zagen het ook als ‘missiegeld’ en vinden het erg jammer dat dit geld niet op de goede plek terechtkwam.’
Hoeveel tijd besteedt u aan uw beleggingen?
‘Gemiddeld anderhalf uur per dag. Ik lees dan het FD, Beleggers Belangen en NRC. Verder houd ik voor mezelf en voor de beleggingsclub allerlei ontwikkelingen bij.’
Wat is uw beleggingsstijl?
‘Ik ben een buy & hold-type. Sommige mensen gruwen daarvan, die vinden dat je dan te weinig meegaat met de veranderende wereld. De wereld verandert inderdaad, maar er is een aantal rode draden, zoals olie. Ik investeer in largecaps, internationaal gespreid, financieel gezond, met een bewezen trackrecord en goed management. Denk aan Unilever, maar ook aan Mercedes of Novartis. Ik heb dertig à veertig internationale bedrijven in portefeuille en wissel er jaarlijks maximaal vijf. Ik houd ze, ook als ze onderuitgaan. Meestal komt het op langere termijn weer goed en veel switchen kost alleen maar veel geld. Ik zit nauwelijks in groeisectoren zoals robotica of biotechnologie, want je weet nooit welke bedrijven boven komen drijven. Wordt het Tesla, of blijft het toch BMW, die ook in elektrische auto’s stapt? Groeisectoren benader ik alleen met trackers, al maak je dan doorgaans wat minder winst. Ik doe niet aan opties, dat kost te veel tijd.’
Wat is uw grootste ergernis?
‘Vermogensrendementsheffing ervaar ik als gelegaliseerde diefstal die ook kleine beleggers treft. Verder is het voor veel mensen te ingewikkeld om de dividendbelasting terug te krijgen die je in het buitenland te veel betaald hebt. Het belastingniveau en de terugvraagprocedure zijn in elk land anders. Dat zou Europees geharmoniseerd moeten worden, zeker als de overheid steeds meer vindt dat mensen actief financieel beheer moeten voeren voor hun eigen pensioenopbouw.’
Welke belegger bewondert u het meest?
‘De belegger die consequent bij zijn eigen systeem blijft en zich niet uit het lood laat slaan door de vele incidenten, emoties of analisten.’
Wat verwacht u de komende tijd van de beurs?
‘Weinig. De centrale banken beïnvloeden de markt te zwaar. Quantitative easing moet stoppen. Dan kan de rente normaliseren, zodat we een gezonde markt krijgen. Maar de bij-effecten van de grote mondiale schulden moeten eerst nog uitzieken.’
Welke tip heeft u voor andere beleggers?
‘Let goed op de kosten. Als je op je dertigste begint met beleggen, dan kan een kostenverschil van 0,5% op de lange termijn enorm veel uitmaken. En houd minstens 15% cash aan, voor de zekerheid.’