Oppassen met staatsbedrijven
Opkomende markten herwinnen wat van hun glans. De MSCI Emerging Markets (EM) Index liet in de eerste jaarhelft de bredere wereldindex achter zich (18,4 tegenover 11,5%) en de op 28 juli afgesloten handelsweek markeerde de 19e opeenvolgende week waarin beleggers per saldo meer geld in opkomende-marktfondsen stopten dan ze eruit halen.
Het is niet de eerste keer de populariteit van opkomende landen toeneemt. In het vorige decennium voedde aantrekkende economische groei in India en vooral China de vraag naar grondstoffen uit landen zoals Brazilië en Rusland. Deze BRIC-landen ontpopten zich tot succesverhalen, met een MSCI BRIC-index die in de vijf jaar na 2002 met meer dan 700% omhoog schoot.
Carry trade
Tegenwoordig wordt de populariteit van opkomende landen meer gedreven door externe factoren, zoals toenemende risicobereidheid op financiële markten. Dit voedt de zogeheten carry trade: hedgefondsen en andere speculanten lenen geld in landen met een zeer lage rente – zoals Japan, Zwitserland en Zweden – en investeren dat vervolgens in onder meer opkomende markten. Daarbij speelt ook de toenemende kans dat een nieuwe Amerikaanse renteverhoging langer op zich laat wachten dan voorzien. Hierdoor staat de dollar onder druk, wat gunstig is voor bedrijven en overheden in opkomende landen met schulden die noteren in dollars.
Veel beleggers kiezen ervoor om het gewicht in opkomende markten via de aankoop van ETF’s tactisch te verhogen. Daarmee laten ze een kans liggen, aangezien in dit segment een deel van de fondsbeheerders van vlees en bloed het beter doet dan passieve beleggingsinstrumenten, zelfs als rekening gehouden wordt met de hogere kosten. Fondsen in opkomende markten waarvan de portefeuille relatief sterk afwijkt van de index – ook wel aangeduid als fondsen met een hoge active share – hebben volgens fondsonderzoeker Copley Fund Research in de periode 2006-2016 een totaalrendement geboekt van meer dan 80%, tegenover minder dan 50% voor de MSCI EM Index. Copley heeft geanalyseerd welke factoren dit verschil verklaren. Een van deze factoren is dat actief beheerde fondsen duidelijke keuzes maken voor bepaalde sectoren (een overweging in consumentengoederen ten koste van energie) of regio’s (met name een relatief lage weging in China, Zuid-Korea, Taiwan en India).
Grijs gebied
De meest in het oog springende factor is echter de samenstelling van de aandeelhouders bij een bedrijf. De positie van actieve fondsen in staatsbedrijven is bijna 9% kleiner dan die in de MSCI EM Index. Bij dit soort bedrijven bestaat het gevaar dat er onder druk van de overheid een koers wordt uitgezet die meer in het landsbelang is dan in die van de overige aandeelhouders, zoals het (door)berekenen van te lage prijzen aan de lokale bevolking. Daar komt bij dat er bij dit soort ondernemingen vaak een grijs gebied is tussen het bedrijfsleven en het ambtenarenapparaat, wat fraude in de hand werkt. Ten slotte bestaat het gevaar dat de regering de topmanager voornamelijk selecteert op basis van politieke connecties in plaats van vakbekwaamheid, zodat de ondernemingen slecht geleid worden. De ontwikkelingen bij Petrobras, Gazprom en talloze Chinese en Russische energiebedrijven en banken bewijzen dat beleggers niet te makkelijk over deze risico’s moeten heenstappen. Wie gaat beleggen in opkomende markten, kan dus maar beter eerst goed kijken wie zijn (potentiële) medeaandeelhouders zijn.
•
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.