Superrendementen in vijf handelsdagen

De internationale aandelenbeurzen gaven afgelopen week een mooi vervolg aan het herstel dat inzette nadat op 28 juni aandelenbeleggers waren bekomen van de eerste schok over de uitslag van het EU-referendum. Dat gold ook voor de beurzen van de perifere eurolanden, die vorige week juist verder waren weggezakt vanwege de zorgen over de kwetsbaarheid van de Italiaanse banken. Vooral belangrijk hierin was dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel dinsdag sussende woorden sprak over de bankencrisis in de derde economie van de eurozone.

De Italiaanse FTSEMIB rendeerde afgelopen week – slotkoersen van dinsdag – +6,0%. Daarmee was Milaan die periode de op een na best renderende beurs van de 94 hoofdgraadmeters die Bloomberg bijhoudt. Alleen de Oostenrijkse ATX (+6,8%) deed het beter en ook de Spaanse IBEX (+5,4%), de Griekse ASE (+4,7%) en de Duitse DAX (+4,5%) behaalden afgelopen week superrendementen. Deze resultaten moeten echter wel in perspectief worden gezien van de eerdere verliezen: dit jaar tot nu toe staan alle genoemde graadmeters in de min: van -7,3% voor de DAX tot maar liefst -21,9% voor de FTSEMIB.

Desalniettemin is het voor beleggers die actief op zoek zijn naar koopjes, zoals beheerder Menno van Hoven van onze dividendportefeuille, een gouden tijd. Illustratief is dat beleggers afgelopen week met maar liefst zeven fondsen binnen de pan-Europese Stoxx 50 (+4,3%) een rendement hadden kunnen boeken van 10% of meer, waaronder de Koerswijzer-fondsen Banco Santander (+12,4%) en Daimler (+10,3%). Dat is in vijf handelsdagen snel verdiend voor zenuwbestendige beleggers met een goed gevoel voor timing. Op Daimler herhalen wij overigens deze week ons houdadvies. Beleggers die minder enthousiast zijn over sterk volatiele beurzen, moeten zeker Wall Street niet uit het oog verliezen. In het kielzog van de Europese beurzen behaalden afgelopen week de Amerikaanse Dow Jones (+2,8%) en de breed samengestelde S&P500 (+3,0%) prima resultaten. En in tegenstelling tot bijna alle Europese graadmeters hebben beleggers die beide Amerikaanse indexen volgen, dit jaar tot nu toe een positief rendement geboekt. Zowel de Dow Jones als de S&P500 staat in 2016 op +5,3%. Beide graadmeters bereikten daarmee afgelopen dinsdag ook een nieuw hoogste punt ooit. Het optimisme van Amerikaanse beleggers werd afgelopen week gevoed door onder meer goede banencijfers,  fluctuaties in de olieprijs en een veelbelovende start van het halfjaarcijferseizoen. De nieuwe records op Wall Street drukken Europese beleggers wel met de neus op de feiten. Voor de Europese Stoxx600 en Stoxx50 zijn de hoge standen van voorjaar 2015  immers bij lange na niet in zicht (zie grafiek). Een troost is wel dat de resultaten van de belangrijkste Aziatische graadmeters, de Japanse Nikkei (-15,4%) en de Shanghai Composite (-13,8%), nog slechter zijn. Er is weinig fantasie voor nodig om te voorspellen dat vooral de ontwikkelingen in de periferie van Europa de komende weken de richting zullen blijven bepalen: met het aantreden van de ervaren en pragmatische Theresa May als  nieuwe Britse premier lijken de financiële markten gelukkig weer wat vertrouwen te krijgen in de toekomstige relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. De Britse FTSE100 liet afgelopen week overigens een relatief bescheiden rendement (+2,1%) zien, maar dit jaar tot nu toe staat de Londense beurs wel op +7,2% en op het hoogste punt sinds augustus vorig jaar. Daarnaast zullen de komende weken uiteraard de halfjaarcijfers de richting van de markt bepalen. Op basis  van deze cijfers zullen we de komende weken onze aanbevelingen op internationale aandelen opnieuw tegen het licht houden.

Lees ook: Sterk herstel Nederlandse beurs

De internationale aandelenbeurzen gaven afgelopen week een mooi vervolg aan het herstel dat inzette nadat op 28 juni aandelenbeleggers waren bekomen van de eerste schok over de uitslag van het EU-referendum. Dat gold ook voor de beurzen van de perifere eurolanden, die vorige week juist verder waren weggezakt vanwege de zorgen over de kwetsbaarheid van de Italiaanse banken. Vooral belangrijk hierin was dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel dinsdag sussende woorden sprak over de bankencrisis in de derde economie van de eurozone.

De Italiaanse FTSEMIB rendeerde afgelopen week – slotkoersen van dinsdag – +6,0%. Daarmee was Milaan die periode de op een na best renderende beurs van de 94 hoofdgraadmeters die Bloomberg bijhoudt. Alleen de Oostenrijkse ATX (+6,8%) deed het beter en ook de Spaanse IBEX (+5,4%), de Griekse ASE (+4,7%) en de Duitse DAX (+4,5%) behaalden afgelopen week superrendementen. Deze resultaten moeten echter wel in perspectief worden gezien van de eerdere verliezen: dit jaar tot nu toe staan alle genoemde graadmeters in de min: van -7,3% voor de DAX tot maar liefst -21,9% voor de FTSEMIB.

Desalniettemin is het voor beleggers die actief op zoek zijn naar koopjes, zoals beheerder Menno van Hoven van onze dividendportefeuille, een gouden tijd. Illustratief is dat beleggers afgelopen week met maar liefst zeven fondsen binnen de pan-Europese Stoxx 50 (+4,3%) een rendement hadden kunnen boeken van 10% of meer, waaronder de Koerswijzer-fondsen Banco Santander (+12,4%) en Daimler (+10,3%). Dat is in vijf handelsdagen snel verdiend voor zenuwbestendige beleggers met een goed gevoel voor timing. Op Daimler herhalen wij overigens deze week ons houdadvies.

Beleggers die minder enthousiast zijn over sterk volatiele beurzen, moeten zeker Wall Street niet uit het oog verliezen. In het kielzog van de Europese beurzen behaalden afgelopen week de Amerikaanse Dow Jones (+2,8%) en de breed samengestelde S&P500 (+3,0%) prima resultaten. En in tegenstelling tot bijna alle Europese graadmeters hebben beleggers die beide Amerikaanse indexen volgen, dit jaar tot nu toe een positief rendement geboekt. Zowel de Dow Jones als de S&P500 staat in 2016 op +5,3%. Beide graadmeters bereikten daarmee afgelopen dinsdag ook een nieuw hoogste punt ooit.

Het optimisme van Amerikaanse beleggers werd afgelopen week gevoed door onder meer goede banencijfers,  fluctuaties in de olieprijs en een veelbelovende start van het halfjaarcijferseizoen. De nieuwe records op Wall Street drukken Europese beleggers wel met de neus op de feiten. Voor de Europese Stoxx600 en Stoxx50 zijn de hoge standen van voorjaar 2015  immers bij lange na niet in zicht (zie grafiek). Een troost is wel dat de resultaten van de belangrijkste Aziatische graadmeters, de Japanse Nikkei (-15,4%) en de Shanghai Composite (-13,8%), nog slechter zijn.

Er is weinig fantasie voor nodig om te voorspellen dat vooral de ontwikkelingen in de periferie van Europa de komende weken de richting zullen blijven bepalen: met het aantreden van de ervaren en pragmatische Theresa May als  nieuwe Britse premier lijken de financiële markten gelukkig weer wat vertrouwen te krijgen in de toekomstige relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. De Britse FTSE100 liet afgelopen week overigens een relatief bescheiden rendement (+2,1%) zien, maar dit jaar tot nu toe staat de Londense beurs wel op +7,2% en op het hoogste punt sinds augustus vorig jaar.

Daarnaast zullen de komende weken uiteraard de halfjaarcijfers de richting van de markt bepalen. Op basis  van deze cijfers zullen we de komende weken onze aanbevelingen op internationale aandelen opnieuw tegen het licht houden.

Lees ook: Sterk herstel Nederlandse beurs