Ook met ETF’s
Voordat er ETF’s bestonden, de Engelstalige afkorting van Exchange Traded Funds, was de wereld voor de beginnende belegger simpel: je maakte een keuze tussen actief en passief vermogensbeheer en je ging aan de slag. Op zich is dit nog steeds zo. Bij de actieve vorm van beleggen ga je zelf op zoek naar interessante vermogenstitels en bij de passieve vorm besteed je de selectie van aandelen of obligaties uit.
Wanneer je vroeger koos voor passief beleggen, dan had je de keuze tussen beleggingsfondsen en indexfondsen. Op zich zijn beide collectieve beleggingen, maar het grote verschil zit hem in deonderliggende filosofie. Indexfondsen kopiëren de index omdat enerzijds uit verschillende onderzoeken blijkt dat de meeste beleggers de beurs niet weten te kloppen en anderzijds omdat het rendement van actieve beleggers op de koop toe achterblijft bij het rendement van passieve beleggers.
Het grote voordeel van ETF’s zijn de lage beheerskosten
Als je nu kiest voor passief beleggen, dan kun je ook kiezen voor ETF’s. Dit zijn beursgenoteerde beleggingsinstrumenten die een index volgen, vandaar de naam tracker; het Engelse woord voor volgen is track. Een ETF heeft als doel om beleggers hetzelfde rendement en verhandelbaarheid te bieden als de onderliggende waarde. Beleggingsfondsen en indexfondsen worden doorgaans één maal per dag gequoteerd; ETF’s daarentegen worden op de beurs net als het merendeel van de aandelen continu verhandeld.
Het grote voordeel van ETF’s zijn de lage beheerskosten: ongeveer 0,4 procent versus 2 procent kosten voor actief beheerde beleggingsfondsen. Het klinkt leugenachtig, te mooi om waar te zijn, maar reken het maar na. Wanneer je gedurende je werkzame leven de kostenstructuur van je beleggingen met één procentpunt verlaagt, dan valt het eindbedrag 50 procent hoger uit!
De aanbieders van ETF’s kunnen laag gaan met hun beheerskosten omdat zij geen dure analisten in dienst hebben, maar gebruikmaken van computerprogramma’s die het vuile werk doen. En over computers gesproken, ook de aanbieders van indices maken er dankbaar gebruik van om met nieuwe producten op de markt te komen. Een aantal jaren geleden lanceerden zij indices die inspelen op thema’s als groene stroom, voetbalaandelen of de Formule 1, de jongste tijd introduceren zij steeds vaker factorindices. Dat zijn indices die een nadrukkelijke voorkeur hebben voor een bepaald stijlkenmerk. Je hebt immers Value, Growth, Low Volatility, Quality, et cetera.
Lees ook: Twaalf über-dividendaandelen
Ook als je belegt in ETF’s rijst de vraag: Welke? Net als indexfondsen worden trackers geschikt geacht voor beleggers met weinig tijd of kennis. En net als bij aandelen bestaat de kunst erin om vooraf te voorspellen welke indices een positief rendement zullen neerzetten en dan is het wel zo handig dat je weet dat er regionale verschillen zijn. Neem het momentum-effect, dat is weliswaar universeel, maar afhankelijk van de grootte en heterogeniteit van het universum treedt het koerseffect van de winnaars prominenter naar voren of is het verschilrendement van dividendaandelen minder uitgesproken dan elders. En dan hebben we nog niets eens over het aantal aandelen dat het indexfonds of de ETF volgt, maar daarover hoor je niemand.