Misvattingen over dividendbeleggen
Beleggen in aandelen met een hoge dividenduitkering is door de lage rentestand populairder dan ooit te voren. Dividendbeleggen vraagt wel om inzicht. Zelfs de professionele belegger snapt het niet altijd.
Het was een opvallende uitspraak in het Financieele Dagblad: vermogensbeheerder Albert Jellema en fondsbeheerder Corné van Zeijl durfden te beweren dat aandelen met een hoog dividend inmiddels behoorlijk aan de prijs zijn.
Een eerste grote misvatting over dividendbeleggen. Immers, zodra de koersen van goede dividendbetalers de hoogte in gaan neemt het dividendrendement navenant af en zijn deze aandelen vanzelf niet meer interessant. De markt doet zijn werk. En als een professional als Jellema of Van Zeijl toch zo’n bewering doet, is het wel van belang de juiste fondsen te noemen die dan zogenaamd te duur zijn geworden.
Unilever
Jellema noemt Unilever als relatief duur dividendaandeel. Het voedingsaandeel is het afgelopen jaar gestegen van €28 naar €37. Unilever keert ieder kwartaal €0,285 aan dividend uit, wat op deze koers een dividendrendement geeft van 3,1%. In het geheel niet verkeerd en ook voor Unilever geen uitzonderlijke waarde.
Bij de beoordeling of een dividendaandeel aan de prijs is dient altijd naar de aard van het bedrijf te worden gekeken en de financiële kracht. Beide geven een indicatie van de mate waarin het dividend houdbaar is. Daarnaast is het van belang te kijken naar de groeikansen van het bedrijf. Zolang de onderneming in staat is de winst verder te laten groeien kan ook het dividend mee omhoog. Een actueel wat lager dividendrendement kan zo in de toekomst hoger uitvallen of minimaal geconsolideerd worden.
Unilever (Foto: Hindrik Sijens) is een defensief bedrijf waar beleggers in de regel graag een hoge waardering aan toekennen met een wat lager dividendrendement. Heineken zou een beter voorbeeld zijn geweest. Het dividendrendement van de bierbrouwer ligt rond de 2% als gevolg van de koersstijging.
Geen bubble
Nederlandse bedrijven keren wederom meer dividend uit. Volgens het Financieele Dagblad gaat het tot nu toe om 12%, wat lager dan de 18% dividendgroei die Amerikaanse ondernemingen hun aandeelhouders beloven, maar toch een ferme toename. Dit is mogelijk omdat de winsten over 2014 hoger zijn dan een jaar terug.
Het bedrijfsleven is als een soort oase in een kwakkelende wereldeconomie. Dit komt vooral door technologische ontwikkeling, efficiëntieverhoging en lagere rentelasten. Het kasgenererend vermogen van bedrijven is gezond en biedt ruimte voor mooie winstuitkeringen, het doen van overnames en investeringen in de eigen organisatie. Dividendrendementen van 3 tot 5% zijn geen uitzondering en zijn bij deze ondernemingskracht zeer gefundeerd.
Sterker, het lijkt aannemelijk dat dividendaandelen zelfs nog wat ondergewaardeerd zijn. Vele onderzoeken hebben immers aangetoond dat bedrijven die een goed dividend betalen ook vaak de sterkste groei laten zien. Zeker nu ook de economie er weer wat beter uitziet, lijken dividenden goed houdbaar en is er ruimte voor dividendgroei de komende jaren.
Altijd alert zijn
Het is voor beleggers natuurlijk wel altijd zaak alert te blijven en niet te veel te betalen. Blijf daarom goed spreiden, beoordeel bedrijven vooral ook op de kwaliteit van het management, de concurrentiepositie en rendement op eigen vermogen. Koersverlies door te hoog in te stappen kan een mooie winstuitkering eenvoudig volledig wegvagen.
Wie het gedegen aanpakt en de juiste fondsen koopt tegen aanvaardbare prijzen zit met dividendbeleggen een stuk beter dan met de spaarrekening of met obligaties. Deze laatste geven nauwelijks direct rendement en hebben daarnaast ook nog eens een groot koersrisico.
Het was een opvallende uitspraak in het Financieele Dagblad: vermogensbeheerder Albert Jellema en fondsbeheerder Corné van Zeijl durfden te beweren dat aandelen met een hoog dividend inmiddels behoorlijk aan de prijs zijn.
Een eerste grote misvatting over dividendbeleggen. Immers, zodra de koersen van goede dividendbetalers de hoogte in gaan neemt het dividendrendement navenant af en zijn deze aandelen vanzelf niet meer interessant. De markt doet zijn werk. En als een professional als Jellema of Van Zeijl toch zo’n bewering doet, is het wel van belang de juiste fondsen te noemen die dan zogenaamd te duur zijn geworden.
Unilever
Jellema noemt Unilever als relatief duur dividendaandeel. Het voedingsaandeel is het afgelopen jaar gestegen van €28 naar €37. Unilever keert ieder kwartaal €0,285 aan dividend uit, wat op deze koers een dividendrendement geeft van 3,1%. In het geheel niet verkeerd en ook voor Unilever geen uitzonderlijke waarde.
Bij de beoordeling of een dividendaandeel aan de prijs is dient altijd naar de aard van het bedrijf te worden gekeken en de financiële kracht. Beide geven een indicatie van de mate waarin het dividend houdbaar is. Daarnaast is het van belang te kijken naar de groeikansen van het bedrijf. Zolang de onderneming in staat is de winst verder te laten groeien kan ook het dividend mee omhoog. Een actueel wat lager dividendrendement kan zo in de toekomst hoger uitvallen of minimaal geconsolideerd worden.
Unilever (Foto: Hindrik Sijens) is een defensief bedrijf waar beleggers in de regel graag een hoge waardering aan toekennen met een wat lager dividendrendement. Heineken zou een beter voorbeeld zijn geweest. Het dividendrendement van de bierbrouwer ligt rond de 2% als gevolg van de koersstijging.
Geen bubble
Nederlandse bedrijven keren wederom meer dividend uit. Volgens het Financieele Dagblad gaat het tot nu toe om 12%, wat lager dan de 18% dividendgroei die Amerikaanse ondernemingen hun aandeelhouders beloven, maar toch een ferme toename. Dit is mogelijk omdat de winsten over 2014 hoger zijn dan een jaar terug.
Het bedrijfsleven is als een soort oase in een kwakkelende wereldeconomie. Dit komt vooral door technologische ontwikkeling, efficiëntieverhoging en lagere rentelasten. Het kasgenererend vermogen van bedrijven is gezond en biedt ruimte voor mooie winstuitkeringen, het doen van overnames en investeringen in de eigen organisatie. Dividendrendementen van 3 tot 5% zijn geen uitzondering en zijn bij deze ondernemingskracht zeer gefundeerd.
Sterker, het lijkt aannemelijk dat dividendaandelen zelfs nog wat ondergewaardeerd zijn. Vele onderzoeken hebben immers aangetoond dat bedrijven die een goed dividend betalen ook vaak de sterkste groei laten zien. Zeker nu ook de economie er weer wat beter uitziet, lijken dividenden goed houdbaar en is er ruimte voor dividendgroei de komende jaren.
Altijd alert zijn
Het is voor beleggers natuurlijk wel altijd zaak alert te blijven en niet te veel te betalen. Blijf daarom goed spreiden, beoordeel bedrijven vooral ook op de kwaliteit van het management, de concurrentiepositie en rendement op eigen vermogen. Koersverlies door te hoog in te stappen kan een mooie winstuitkering eenvoudig volledig wegvagen.
Wie het gedegen aanpakt en de juiste fondsen koopt tegen aanvaardbare prijzen zit met dividendbeleggen een stuk beter dan met de spaarrekening of met obligaties. Deze laatste geven nauwelijks direct rendement en hebben daarnaast ook nog eens een groot koersrisico.