China zet rem erop
De Chinese overheid is volgens Rabobank de economie alweer aan het afremmen.
De gevreesde harde landing van de Chinese economie in 2012 is uitgebleven dankzij de stimulerende maatregelen in de eerste helft van dat jaar. Zes kwartalen achtereen vertraagde de groei, met als 'dieptepunt' een groei van 7,4% − 'slechts' 7,4%, aldus ING. In het vierde kwartaal herstelde de groei echter tot 7,9%, waardoor de groei over het hele jaar op 7,8% uitkwam.
De harde landing werd onder andere voorkomen door extra overheidsinvesteringen in publieke projecten en versoepeling van de beperkende maatregelen voor de huizenmarkt. Ook werden banken aangespoord om meer kredieten te verstrekken. Daarnaast bleef de private consumptie op peil en de bijdrage daarvan aan de economische groei was zelfs groter dan die van de investeringen. Dit laatste is sinds 2000 niet meer voorgekomen. Voor de balans is het goed dat de economie meer opschuift naar consumeren, maar het aandeel is nog wel te gering om van een echte herbalancering te kunnen spreken. En hoewel eind vorig jaar de export weer toenam, is het volgens Rabobank te vroeg om van een trendbreuk te spreken. Overigens steeg ook de productie, werden inkoopmanagers positiever en trok de huizenmarkt weer aan.
Er is in China echter geen sterke groei. Bovendien is de overheid de economie alweer aan het afremmen vanwege de zeer sterke toename van de kredietverlening in januari; te veel stimuleren leidt tot oververhitting en vergroot de risico’s voor de banken. De beleidsmakers zijn bezorgd omdat banken vormen van kredietverschaffing gebruiken die ze niet meenemen in hun balansen, wat het voor de overheid lastiger maakt de groei van de kredietverlening te reguleren.
De centrale bank is gestart met verkrapping van de binnenlandse liquiditeit, en heeft de banken gevraagd minder snel geld uit te lenen. Ook is het beleid ten aanzien van de vastgoedmarkt aangescherpt om een krach in de nabije toekomste te voorkomen. De Chinese overheid richt zich in de praktijk op een economische groei van circa 8%, en zal continu het beleid daarop afstemmen. Structureel is het van belang dat de risico’s in de bankensector adequaat worden aangepakt en dat de inflatie in de hand gehouden wordt.
De gevreesde harde landing van de Chinese economie in 2012 is uitgebleven dankzij de stimulerende maatregelen in de eerste helft van dat jaar. Zes kwartalen achtereen vertraagde de groei, met als 'dieptepunt' een groei van 7,4% − 'slechts' 7,4%, aldus ING. In het vierde kwartaal herstelde de groei echter tot 7,9%, waardoor de groei over het hele jaar op 7,8% uitkwam.
De harde landing werd onder andere voorkomen door extra overheidsinvesteringen in publieke projecten en versoepeling van de beperkende maatregelen voor de huizenmarkt. Ook werden banken aangespoord om meer kredieten te verstrekken. Daarnaast bleef de private consumptie op peil en de bijdrage daarvan aan de economische groei was zelfs groter dan die van de investeringen. Dit laatste is sinds 2000 niet meer voorgekomen. Voor de balans is het goed dat de economie meer opschuift naar consumeren, maar het aandeel is nog wel te gering om van een echte herbalancering te kunnen spreken. En hoewel eind vorig jaar de export weer toenam, is het volgens Rabobank te vroeg om van een trendbreuk te spreken. Overigens steeg ook de productie, werden inkoopmanagers positiever en trok de huizenmarkt weer aan.
Er is in China echter geen sterke groei. Bovendien is de overheid de economie alweer aan het afremmen vanwege de zeer sterke toename van de kredietverlening in januari; te veel stimuleren leidt tot oververhitting en vergroot de risico’s voor de banken. De beleidsmakers zijn bezorgd omdat banken vormen van kredietverschaffing gebruiken die ze niet meenemen in hun balansen, wat het voor de overheid lastiger maakt de groei van de kredietverlening te reguleren.
De centrale bank is gestart met verkrapping van de binnenlandse liquiditeit, en heeft de banken gevraagd minder snel geld uit te lenen. Ook is het beleid ten aanzien van de vastgoedmarkt aangescherpt om een krach in de nabije toekomste te voorkomen. De Chinese overheid richt zich in de praktijk op een economische groei van circa 8%, en zal continu het beleid daarop afstemmen. Structureel is het van belang dat de risico’s in de bankensector adequaat worden aangepakt en dat de inflatie in de hand gehouden wordt.