Het ondergeschoven kindje
Over diversificatie wordt weinig gesproken. Het speelt nochtans een voorname rol in het eindresultaat. De ontwikkelingen op de markten leiden vroeg of laat ertoe dat de opbouw van beleggingsportefeuilles afwijkt van de initiële samenstelling. Aandelen- en obligatiekoersen lopen zelden synchroon. Je moet dus bijsturen.
Dat aandelen op termijn meer opbrengen dan obligaties of contanten is alom bekend. Maar ja, op korte termijn kunnen aandelenbeleggingen een behoorlijke bres slaan in de waarde van beleggingsportefeuilles.
Door het werkkapitaal te spreiden over aandelen en obligaties, kun je als belegger het risico dempen. Over diversificatie wordt echter weinig gesproken, maar het is een zeer belangrijke factor in het uiteindelijke beleggingsresultaat.
Het doel
Vooraleer men aan het eigenlijke beleggen toekomt, ga je het best eerst na hoe groot de risicobereidheid en risicodraagkracht zijn en wat het beleggingsdoel is.
De eerste stap bij het samenstellen van een beleggingsportefeuille bestaat dan ook uit de keuze van de verschillende vermogenscategorieën. Vervolgens bepaal je het gewicht van elke activa. Op de derde plaats komt de keuze van individuele vermogenstitels (welke aandelen, welke obligaties). Het belang van het juiste handelsmoment (kopen en verkopen) komt op de laatste plaats.
De eerste twee stappen hebben te maken met het investeringsbeleid, terwijl de laatste twee worden gerekend tot de investeringsstrategie, tot de tactische allocatie. Het beleid heeft dus te maken met de opbouw van de beleggingsportefeuille, is passief van aard en wordt ook wel strategische allocatie genoemd.
Scheefgroei
Los van het vraagstuk van de tactische allocatie, waarbij om te profiteren van bepaalde ontwikkelingen, tijdelijke verschuivingen binnen de beleggingsportefeuille worden toegestaan, rijst de vraag wanneer en hoe vaak een scheefgegroeide vermogensallocatie moet worden bijgestuurd.
Op zich bestaan hiervoor geen specifieke richtlijnen. De praktijk leert wel dat discipline belangrijker is dan de methode. Als belegger kun je ervoor kiezen om je portefeuille periodiek te herbalanceren of op basis van op voorhand vastgestelde regels. Bijvoorbeeld als de opbouw 10 procentpunt afwijkt van de normverdeling of als de beurs onder zijn 12-maands gemiddelde zakt.
Weinig animo
De praktijk leert ook dat onder particuliere beleggers weinig animo bestaat tot bijsturen. Waarom zou je? Je moet je goedlopende positie verkopen ten gunste van de slecht presterende beleggingscategorie.
Een trend is een trend tot aan zijn end en zolang de vaart erin zit, blijven de winnaars winnen en de verliezers verliezen. Met herbalanceren doe je jezelf dus ogenschijnlijk tekort. De kans dat de slecht presterende beleggingscategorie de verliezen verder uitdiept of ondermaats blijft presteren is bijzonder groot. Je verlies of het misgelopen winst is dan per saldo groter.
Het dilemma van bijsturen kun je deels ondervangen door flexibele handelsregels toe te passen. Je kunt ervoor kiezen de beleggingsportefeuille bij te sturen zodra de beursindex 20 procent boven of onder zijn 12-maands gemiddelde noteert. Dus nadat aandelen behoorlijk hard gestegen of fors gedaald zijn.
Onttrekken
Maar ook hier bestaat geen absolute waarheid. Beleggers, groot of klein, onttrekken met enige regelmaat geld voor andere doeleinden aan het werkkapitaal. Dergelijke afboekingen zorgen ervoor dat je vroeg of laat afwijkt van de gewenste vermogensallocatie.
De frequentie van de financiële verrichtingen is een belangrijke component bij de selectie van de bijstuurmethode, maar ook de manier waarop de kapitaalontwikkeling van de beleggingsportefeuille wordt bijgehouden, speelt een rol. Doe je dit middels maandrapportages of volg je de ontwikkelingen op de voet.
Wel doen
Dit zijn slechts twee punten die bij de eindoverweging moeten worden betrokken hoe je de onderlinge verdeling van het werkkapitaal structureel aanpast. Niettemin levert empirisch onderzoek het onomstotelijke bewijs dat herbalanceren van de beleggingsportefeuille toegevoegde waarde bezit.
Dat aandelen op termijn meer opbrengen dan obligaties of contanten is alom bekend. Maar ja, op korte termijn kunnen aandelenbeleggingen een behoorlijke bres slaan in de waarde van beleggingsportefeuilles.
Door het werkkapitaal te spreiden over aandelen en obligaties, kun je als belegger het risico dempen. Over diversificatie wordt echter weinig gesproken, maar het is een zeer belangrijke factor in het uiteindelijke beleggingsresultaat.
Het doel
Vooraleer men aan het eigenlijke beleggen toekomt, ga je het best eerst na hoe groot de risicobereidheid en risicodraagkracht zijn en wat het beleggingsdoel is.
De eerste stap bij het samenstellen van een beleggingsportefeuille bestaat dan ook uit de keuze van de verschillende vermogenscategorieën. Vervolgens bepaal je het gewicht van elke activa. Op de derde plaats komt de keuze van individuele vermogenstitels (welke aandelen, welke obligaties). Het belang van het juiste handelsmoment (kopen en verkopen) komt op de laatste plaats.
De eerste twee stappen hebben te maken met het investeringsbeleid, terwijl de laatste twee worden gerekend tot de investeringsstrategie, tot de tactische allocatie. Het beleid heeft dus te maken met de opbouw van de beleggingsportefeuille, is passief van aard en wordt ook wel strategische allocatie genoemd.
Scheefgroei
Los van het vraagstuk van de tactische allocatie, waarbij om te profiteren van bepaalde ontwikkelingen, tijdelijke verschuivingen binnen de beleggingsportefeuille worden toegestaan, rijst de vraag wanneer en hoe vaak een scheefgegroeide vermogensallocatie moet worden bijgestuurd.
Op zich bestaan hiervoor geen specifieke richtlijnen. De praktijk leert wel dat discipline belangrijker is dan de methode. Als belegger kun je ervoor kiezen om je portefeuille periodiek te herbalanceren of op basis van op voorhand vastgestelde regels. Bijvoorbeeld als de opbouw 10 procentpunt afwijkt van de normverdeling of als de beurs onder zijn 12-maands gemiddelde zakt.
Weinig animo
De praktijk leert ook dat onder particuliere beleggers weinig animo bestaat tot bijsturen. Waarom zou je? Je moet je goedlopende positie verkopen ten gunste van de slecht presterende beleggingscategorie.
Een trend is een trend tot aan zijn end en zolang de vaart erin zit, blijven de winnaars winnen en de verliezers verliezen. Met herbalanceren doe je jezelf dus ogenschijnlijk tekort. De kans dat de slecht presterende beleggingscategorie de verliezen verder uitdiept of ondermaats blijft presteren is bijzonder groot. Je verlies of het misgelopen winst is dan per saldo groter.
Het dilemma van bijsturen kun je deels ondervangen door flexibele handelsregels toe te passen. Je kunt ervoor kiezen de beleggingsportefeuille bij te sturen zodra de beursindex 20 procent boven of onder zijn 12-maands gemiddelde noteert. Dus nadat aandelen behoorlijk hard gestegen of fors gedaald zijn.
Onttrekken
Maar ook hier bestaat geen absolute waarheid. Beleggers, groot of klein, onttrekken met enige regelmaat geld voor andere doeleinden aan het werkkapitaal. Dergelijke afboekingen zorgen ervoor dat je vroeg of laat afwijkt van de gewenste vermogensallocatie.
De frequentie van de financiële verrichtingen is een belangrijke component bij de selectie van de bijstuurmethode, maar ook de manier waarop de kapitaalontwikkeling van de beleggingsportefeuille wordt bijgehouden, speelt een rol. Doe je dit middels maandrapportages of volg je de ontwikkelingen op de voet.
Wel doen
Dit zijn slechts twee punten die bij de eindoverweging moeten worden betrokken hoe je de onderlinge verdeling van het werkkapitaal structureel aanpast. Niettemin levert empirisch onderzoek het onomstotelijke bewijs dat herbalanceren van de beleggingsportefeuille toegevoegde waarde bezit.