Vijf Britse groeibriljantjes

Groot-Brittannië heeft zich na de crisis voorbeeldig hersteld. Voldoende reden om aan de overkant van de Noordzee op zoek te gaan naar koopwaardige aandelen. Beleggers Belangen wijdt er het grote verhaal in de editie van 4 september 2015 aan. Zwakke plekken De Britse economie wordt de laatste tijd vaak afgeschilderd als een succesverhaal, maar een paar addertjes onder het gras vertekenen het beeld. De vijf zwakke plekken: De economische groei De vaart zat er een tijd lang goed in, maar de groei zwakt nu naar verwachting af. Daarbij ligt de productie nog steeds ver beneden het niveau van voor de crisis. De lage groei van de lonen Recentelijk zijn er tekenen die op een voorzichtige groei van het reële loon wijzen, maar over het algemeen merken werknemers het herstel niet in hun portemonnee. Het begrotingstekort Van buitenaf (door de OESO bijvoorbeeld) wordt veel druk uitgeoefend op de Britten om dit aan te pakken. Terugschroeven van de overheidsuitgaven kan het broze herstel een knauw geven. De lage productiviteit Britten maken gemiddeld bijna een kwart meer werkuren dan de Fransen, maar de productiviteit ligt lager. Behalve door de relatief lage lonen komt dat door een gebrek aan investeringen en innovatie. De werkloosheid Die is hoger dan de rooskleurige statistieken aangeven. De verschillen per regio zijn groot en daarnaast is er veel verborgen werkloosheid. Er komen steeds meer zzp’ers en mensen met een nulurencontract bij. FTSE De belegger moet deze pijnpunten in zijn achterhoofd houden bij de zoektocht naar rendabele Britse aandelen. Daarnaast is een blik op de verschillende Britse indices raadzaam.

• De FTSE 100, de index van de honderd grootste Britse bedrijven zit een beetje in het slop na de succesjaren 2012 (+9,3%) en 2013 (+10,5%). Vorig jaar kwam een eindscore van -2,7% op de borden en dit jaar staat de FTSE100 alweer 4,8% in de min.

• Beter vergaat het de FTSE250, met de nummers 101 en 350 qua marktkapitalisatie. Die index staat dit jaar nog altijd 9,8% in de plus. Vorig jaar leverde een mager winstje op van 0,2%, maar in 2012 en ’13 lag het rendement rond de 25%.

• De FTSE Small Cap Index presteert vergelijkbaar met de FTSE 250. Er is ook een index van grote, middelgrote en kleine bedrijven samen: de FTSE All-Share. Bij die index valt op dat de aandelen aan de dure kant zijn: de gemiddelde waardering ligt 1,5 k/w-punt boven die van de AEX.

Tips Deze feiten vormen aardig gereedschap om op zoek te gaan naar de aandelen die het kopen waard zijn. Beleggers Belangen heeft er vijf gevonden onder de midcapaandelen. Een daarvan is maritiem dienstverlener James Fisher & Sons. De andere vier zijn te vinden in het nummer van 4 september. Nog geen abonnee? Maak nu voor maar 10 euro 10 weken kennis met het blad. Beter kun je een tientje niet besteden. 

Groot-Brittannië heeft zich na de crisis voorbeeldig hersteld. Voldoende reden om aan de overkant van de Noordzee op zoek te gaan naar koopwaardige aandelen. Beleggers Belangen wijdt er het grote verhaal in de editie van 4 september 2015 aan.

Zwakke plekken

De Britse economie wordt de laatste tijd vaak afgeschilderd als een succesverhaal, maar een paar addertjes onder het gras vertekenen het beeld.

De vijf zwakke plekken:

De economische groei De vaart zat er een tijd lang goed in, maar de groei zwakt nu naar verwachting af. Daarbij ligt de productie nog steeds ver beneden het niveau van voor de crisis.

De lage groei van de lonen Recentelijk zijn er tekenen die op een voorzichtige groei van het reële loon wijzen, maar over het algemeen merken werknemers het herstel niet in hun portemonnee.

Het begrotingstekort Van buitenaf (door de OESO bijvoorbeeld) wordt veel druk uitgeoefend op de Britten om dit aan te pakken. Terugschroeven van de overheidsuitgaven kan het broze herstel een knauw geven.

De lage productiviteit Britten maken gemiddeld bijna een kwart meer werkuren dan de Fransen, maar de productiviteit ligt lager. Behalve door de relatief lage lonen komt dat door een gebrek aan investeringen en innovatie.

De werkloosheid Die is hoger dan de rooskleurige statistieken aangeven. De verschillen per regio zijn groot en daarnaast is er veel verborgen werkloosheid. Er komen steeds meer zzp’ers en mensen met een nulurencontract bij.

FTSE

De belegger moet deze pijnpunten in zijn achterhoofd houden bij de zoektocht naar rendabele Britse aandelen. Daarnaast is een blik op de verschillende Britse indices raadzaam.

• De FTSE 100, de index van de honderd grootste Britse bedrijven zit een beetje in het slop na de succesjaren 2012 (+9,3%) en 2013 (+10,5%). Vorig jaar kwam een eindscore van -2,7% op de borden en dit jaar staat de FTSE100 alweer 4,8% in de min.

• Beter vergaat het de FTSE250, met de nummers 101 en 350 qua marktkapitalisatie. Die index staat dit jaar nog altijd 9,8% in de plus. Vorig jaar leverde een mager winstje op van 0,2%, maar in 2012 en ’13 lag het rendement rond de 25%.

• De FTSE Small Cap Index presteert vergelijkbaar met de FTSE 250. Er is ook een index van grote, middelgrote en kleine bedrijven samen: de FTSE All-Share. Bij die index valt op dat de aandelen aan de dure kant zijn: de gemiddelde waardering ligt 1,5 k/w-punt boven die van de AEX.

Tips

Deze feiten vormen aardig gereedschap om op zoek te gaan naar de aandelen die het kopen waard zijn. Beleggers Belangen heeft er vijf gevonden onder de midcapaandelen. Een daarvan is maritiem dienstverlener James Fisher & Sons. De andere vier zijn te vinden in het nummer van 4 september.
Nog geen abonnee? Maak nu voor maar 10 euro 10 weken kennis met het blad. Beter kun je een tientje niet besteden.