Volume bevestigt de trend of niet
Binnen technische analyse speelt het volume een belangrijke rol. Het bevestigt of ontkracht trends en bewegingen in de markt. Het volume leent zich echter ook om bij momentumaandelen de krenten uit de pap te halen.
Al geven we het niet graag toe, de meesten onder ons zijn momentumbeleggers. Bitter weinig beleggers durven het aan om (kwaliteits)aandelen te kopen als ze hard omlaag gaan. Enkel pro-actieve en door de wol geverfde waardebeleggers zwemmen tegen de stroom in.
De meeste beleggers wachten tot er tekenen van herstel zijn vooraleer zij hun slag slaan. Zodra in een periode een duidelijke beweging (omhoog) wordt waargenomen, is er sprake van momentum. In het algemeen refereert momentum naar de snelheid van de koersverandering. Het wordt gemeten door de huidige koers te vergelijken met de koers van een aantal perioden terug en kan weergegeven worden in absolute zin; veelal wordt het uitgedrukt als percentage, maar dat even terzijde.
Beleggers die oog hebben voor de winnaars van dit moment moeten uitkijken dat zij geen kat in de zak kopen. Naarmate de periode waarover de berekening wordt uitgevoerd, langer is, neemt de kans toe dat het aandeel inmiddels zijn daling heeft ingezet. Indien het aandeel immer nog tot de grootste stijgers behoort, is de kans groot dat je als momentumbelegger het verkeerde aandeel koopt. Maar hoe vermijd je zogeheten Momentum Traps? Een trend is immers een trend tot aan z’n end.
Hardnekkige trends
Trends zijn hardnekking. De kans dat een ingeslagen weg wordt voortgezet, is groter dan de kans dat de trend zich keert. En al is de koersontwikkeling leidend, binnen het kader van technische analyse neemt het volume een belangrijk rol in. De omzet bevestigt of ontkracht juist trends en bewegingen in de markt.
Empirisch onderzoek van professor Charles Lee en vermogensbeheerder Bhaskaran Swaminathan uit 2000 toont aan dat de magnitude van het handelsvolume en trendvastheid van de koersbeweging hand in hand gaan. Het momentum van aandelen die stijgen op stijgende handelsvolumes blijft in de regel aanhouden. Dat geldt ook voor de verliezers, de aandelen die dalen.
Twee jaar later onthulde professor Aswath Damodaran een momentumstrategie die nadrukkelijk rekening houdt met het volume. In het kort komt het erop neer dat je enkel de aandelen koopt die sneller stijgen dan het marktgemiddelde en wier koersstijging bevestigd wordt door de grootte van het volume.
In de praktijk gaat hij op zoek naar aandelen waarvan het prijs- en het volumemomentum groter is dan 1,4. Om het risico op miskopen te verkleinen stelt hij als bijkomende voorwaarde dat het marktrisico van het aandeel (bèta) kleiner moet zijn dan 1,2 en het bedrijfsspecifieke risico (standaardafwijking) niet hoger dan 80 procent. En hij wil enkel aandelen waarvan de koers-winstverhouding lager is dan 20.
Amerikaanse leest
De historische simulatie aan de hand van de indexleden van Euronext 100 en Next 150 leert dat de fundamentele eis (k/w < 20) te hoog gegrepen is. Zelfs wanneer we de teugels volledig laten vieren, vind je bij tijd en wijle geen aandelen die aan de stringente eisen van Damodaran voldoen.
In de voorbije tweeënhalf jaar behaalde je in theorie een rendement van 131,5 procent. Dat is ruim drie keer zoveel als de 39,8 procent van de index zelve. Zoals eerder al aangegeven, deze momentumstrategie leent zich niet voor loepzuivere momentumbeleggers met diepe zakken. Ook bij de jongste kwartaalwisseling dreven in de vijver van Euronext 100 en Next 150 slechts twee fondsen boven, te weten de Franse automatiseerder GFI Informatique en de Belgische specialist in bestralingstherapieën IBA. @ Ivan Snurer
Al geven we het niet graag toe, de meesten onder ons zijn momentumbeleggers. Bitter weinig beleggers durven het aan om (kwaliteits)aandelen te kopen als ze hard omlaag gaan. Enkel pro-actieve en door de wol geverfde waardebeleggers zwemmen tegen de stroom in.
De meeste beleggers wachten tot er tekenen van herstel zijn vooraleer zij hun slag slaan. Zodra in een periode een duidelijke beweging (omhoog) wordt waargenomen, is er sprake van momentum. In het algemeen refereert momentum naar de snelheid van de koersverandering. Het wordt gemeten door de huidige koers te vergelijken met de koers van een aantal perioden terug en kan weergegeven worden in absolute zin; veelal wordt het uitgedrukt als percentage, maar dat even terzijde.
Beleggers die oog hebben voor de winnaars van dit moment moeten uitkijken dat zij geen kat in de zak kopen. Naarmate de periode waarover de berekening wordt uitgevoerd, langer is, neemt de kans toe dat het aandeel inmiddels zijn daling heeft ingezet. Indien het aandeel immer nog tot de grootste stijgers behoort, is de kans groot dat je als momentumbelegger het verkeerde aandeel koopt. Maar hoe vermijd je zogeheten Momentum Traps? Een trend is immers een trend tot aan z’n end.
Hardnekkige trends
Trends zijn hardnekking. De kans dat een ingeslagen weg wordt voortgezet, is groter dan de kans dat de trend zich keert. En al is de koersontwikkeling leidend, binnen het kader van technische analyse neemt het volume een belangrijk rol in. De omzet bevestigt of ontkracht juist trends en bewegingen in de markt.
Empirisch onderzoek van professor Charles Lee en vermogensbeheerder Bhaskaran Swaminathan uit 2000 toont aan dat de magnitude van het handelsvolume en trendvastheid van de koersbeweging hand in hand gaan. Het momentum van aandelen die stijgen op stijgende handelsvolumes blijft in de regel aanhouden. Dat geldt ook voor de verliezers, de aandelen die dalen.
Twee jaar later onthulde professor Aswath Damodaran een momentumstrategie die nadrukkelijk rekening houdt met het volume. In het kort komt het erop neer dat je enkel de aandelen koopt die sneller stijgen dan het marktgemiddelde en wier koersstijging bevestigd wordt door de grootte van het volume.
In de praktijk gaat hij op zoek naar aandelen waarvan het prijs- en het volumemomentum groter is dan 1,4. Om het risico op miskopen te verkleinen stelt hij als bijkomende voorwaarde dat het marktrisico van het aandeel (bèta) kleiner moet zijn dan 1,2 en het bedrijfsspecifieke risico (standaardafwijking) niet hoger dan 80 procent. En hij wil enkel aandelen waarvan de koers-winstverhouding lager is dan 20.
Amerikaanse leest
De historische simulatie aan de hand van de indexleden van Euronext 100 en Next 150 leert dat de fundamentele eis (k/w < 20) te hoog gegrepen is. Zelfs wanneer we de teugels volledig laten vieren, vind je bij tijd en wijle geen aandelen die aan de stringente eisen van Damodaran voldoen.
In de voorbije tweeënhalf jaar behaalde je in theorie een rendement van 131,5 procent. Dat is ruim drie keer zoveel als de 39,8 procent van de index zelve. Zoals eerder al aangegeven, deze momentumstrategie leent zich niet voor loepzuivere momentumbeleggers met diepe zakken. Ook bij de jongste kwartaalwisseling dreven in de vijver van Euronext 100 en Next 150 slechts twee fondsen boven, te weten de Franse automatiseerder GFI Informatique en de Belgische specialist in bestralingstherapieën IBA. @ Ivan Snurer