Zo goed als 2013 zal het niet worden
Achteraf is makkelijk na te rekenen wat de resultaten zijn van een bepaalde strategie in een bepaald beursklimaat. Van te voren weet je nooit of aandelen in de komende maanden zullen stijgen of niet.
Net zoals particuliere beleggers, beschikken analisten niet over een kristallen bol. Toch strijden zij met elkaar alsof zij trefzeker zijn – banken gebruiken hen als marketinginstrument.
Voor hun voorspellingen maken analisten gebruik van tautologieën die in wiskundige formules zijn vervat. De achillespees van economische voorspellingen zit hem in de omslagpunten. Voor de meeste voorspellers is de toekomst een extrapolatie van het verleden. Zolang de groei in de ene richting beweegt gaat het goed. Een voorspelling mag niet gebaseerd zijn op een voorzetting van het verleden, maar op een verwachting van de toekomst. De voorspeller moet zich afvragen hoe de wereld er nu uitziet en hoe het er straks zal uitzien.
Het voorspellen van conjuncturele omslagpunten is een hachelijke onderneming. De meeste macro-economische modellen zijn nuttig in het voorspellen van gevolgen, van bijvoorbeeld een hogere olieprijs, maar niet in de prognose van kantelpunten of plotselinge omslagen in de conjunctuur. Zodra er sprake is van een omslagpunt gaat het fout. Wiskundig zijn die omslagpunten goed te beschrijven, maar het probleem is dat ze vooral achteraf duidelijk zijn. Het voorspellen van omslagpunten is niet alleen moeilijk in de economie maar ook op de beurs.
Hoewel de meeste analisten ervan uitgaan dat 2014 een mooi beursjaar wordt, zal naar mijn gevoel 2014 zich ontpoppen tot een moeilijk jaar. Een herhaling van de quasi rechtlijnige hausse van 2013 is weinig waarschijnlijk, een correctie van minimaal 20 procent ligt in de lijn der verwachting. Daarmee is niet gezegd dat 2014 een verliesjaar wordt. Aandelen blijven aantrekkelijk. Wel hebben risicovolle activaklassen al een sterk jaar achter de rug en terwijl de rente stilaan oploopt, richten heel wat beleggers hun pijlen terug op aandelen. Zelfs na de hausse blijven aandelen aantrekkelijk, maar zo goed als in 2013 zal het niet worden. @ Ivan Snurer
Net zoals particuliere beleggers, beschikken analisten niet over een kristallen bol. Toch strijden zij met elkaar alsof zij trefzeker zijn – banken gebruiken hen als marketinginstrument.
Voor hun voorspellingen maken analisten gebruik van tautologieën die in wiskundige formules zijn vervat. De achillespees van economische voorspellingen zit hem in de omslagpunten. Voor de meeste voorspellers is de toekomst een extrapolatie van het verleden. Zolang de groei in de ene richting beweegt gaat het goed. Een voorspelling mag niet gebaseerd zijn op een voorzetting van het verleden, maar op een verwachting van de toekomst. De voorspeller moet zich afvragen hoe de wereld er nu uitziet en hoe het er straks zal uitzien.
Het voorspellen van conjuncturele omslagpunten is een hachelijke onderneming. De meeste macro-economische modellen zijn nuttig in het voorspellen van gevolgen, van bijvoorbeeld een hogere olieprijs, maar niet in de prognose van kantelpunten of plotselinge omslagen in de conjunctuur. Zodra er sprake is van een omslagpunt gaat het fout. Wiskundig zijn die omslagpunten goed te beschrijven, maar het probleem is dat ze vooral achteraf duidelijk zijn. Het voorspellen van omslagpunten is niet alleen moeilijk in de economie maar ook op de beurs.
Hoewel de meeste analisten ervan uitgaan dat 2014 een mooi beursjaar wordt, zal naar mijn gevoel 2014 zich ontpoppen tot een moeilijk jaar. Een herhaling van de quasi rechtlijnige hausse van 2013 is weinig waarschijnlijk, een correctie van minimaal 20 procent ligt in de lijn der verwachting. Daarmee is niet gezegd dat 2014 een verliesjaar wordt. Aandelen blijven aantrekkelijk. Wel hebben risicovolle activaklassen al een sterk jaar achter de rug en terwijl de rente stilaan oploopt, richten heel wat beleggers hun pijlen terug op aandelen. Zelfs na de hausse blijven aandelen aantrekkelijk, maar zo goed als in 2013 zal het niet worden. @ Ivan Snurer