Focus op dividend
Veel beleggers hebben enkel oog voor de koersontwikkeling van aandelen. De reden hiervoor is begrijpelijk. De gemiddelde koerswinst spreekt immers meer tot de verbeelding dan het gemiddelde dividendrendement.
Nochtans levert het dividend juist in dalende en zijwaartse markten een belangrijke bijdrage aan het totaalrendement.
Door de bank genomen stijgen de beurskoersen van aandelen op de wereldmarkten sinds de jaren zeventig met 5,1 procent.
Wordt echter het dividend meegeteld, dan stijgt het gemiddelde rendement op jaarbasis naar 8,3 procent.
De bijdrage van de koerscomponent was door het toedoen van de jaren tachtig en negentig in deze periode aanzienlijk groter dan in de jaren zeventig en de verliesjaren van het afgelopen decennium.
Wanneer teruggekeken wordt vanaf de jaren dertig dan is het aandeel van het dividend in het totaalrendement ongeveer de helft.
Het relatieve belang van het dividend neemt toe wanneer de markten langdurig dalen of zijwaarts bewegen.
Omdat in alle westerse landen het dividendrendement hoger is dan het rendement op staatsobligaties en het verschil tussen het dividendrendement en couponrente vrijwel overal op recordhoogte is, schuimde de Amerikaanse zakenbank Morgan Stanley in een recent rapport de Europese aandelenmarkten af naar interessante dividendaandelen.
Niet zozeer dat het uitzonderlijk hoge verschilrendement het begin van een nieuwe beursstijging zou signaleren, maar wel omdat aandelen nu vanwege hun dividendcomponent een valabel alternatief zijn voor beleggers die voor hun inkomen aangewezen zijn op de couponopbrengsten van staatpapieren. De couponrente van Amerikaanse, Duitse en Nederlandse staatsobligaties zijn historisch laag. Een gegeven waarin volgens de marktstrategen van Morgan Stanley niet snel verandering in zal komen.
Veiligheid voorop
In hun zoektocht naar interessante dividendaandelen stelden de analisten van Morgan Stanley veligheid voorop. Aandelen waarvan zij nog maar het vermoeden hebben dat het dividend gekort zal worden of mogelijk zelfs geschrapt, komen vanzelfsprekend niet in aanmerking voor een selectie.
De aandelen die wel geselecteerd zijn, (a) hebben een minimale beurswaarde van 3 miljard dollar, (b) wordt verwacht dat het dividend in 2012 en 2103 toeneemt, (c) dat het dividendrendement hoger zal zijn dan 3,5 procent, (d) dat zij minder dan 75 procent van hun nettowinst uitkeren, (e) dat de schuldgraad lager is dan 30 procent en (f) dat het rendement op hun freecashflow hoger is dan vijf procent.
Financiële waarden werden niet bij voorbaat van een selectie uitgesloten. De punten (e) en (f) zijn voor banken en verzekeraars als selectiecriteria minder geschikt. In plaats daarvan wordt als eis gesteld dat naar verwachting in 2012 en 2013 het rendement op totaalvermogen hoger is dan 1,5 procent.
Het accent ligt duidelijk niet op de interne koopadviezen. De lijst telt slechts 16 fondsen die van de aandelenanalisten van Morgan Stanley een kopenadvies meekrijgen. Dertien staan er op houden en zeven zelfs op verkopen. In zijn totaliteit voert de pan-Europese lijst 36 aandelen op, waaronder zeven Nederlandse en van die zeven staan er drie op kopen (buy), drie op houden (hold) en eentje op verkopen (sell).
Nochtans levert het dividend juist in dalende en zijwaartse markten een belangrijke bijdrage aan het totaalrendement.
Door de bank genomen stijgen de beurskoersen van aandelen op de wereldmarkten sinds de jaren zeventig met 5,1 procent.
Wordt echter het dividend meegeteld, dan stijgt het gemiddelde rendement op jaarbasis naar 8,3 procent.
De bijdrage van de koerscomponent was door het toedoen van de jaren tachtig en negentig in deze periode aanzienlijk groter dan in de jaren zeventig en de verliesjaren van het afgelopen decennium.
Wanneer teruggekeken wordt vanaf de jaren dertig dan is het aandeel van het dividend in het totaalrendement ongeveer de helft.
Het relatieve belang van het dividend neemt toe wanneer de markten langdurig dalen of zijwaarts bewegen.
Omdat in alle westerse landen het dividendrendement hoger is dan het rendement op staatsobligaties en het verschil tussen het dividendrendement en couponrente vrijwel overal op recordhoogte is, schuimde de Amerikaanse zakenbank Morgan Stanley in een recent rapport de Europese aandelenmarkten af naar interessante dividendaandelen.
Niet zozeer dat het uitzonderlijk hoge verschilrendement het begin van een nieuwe beursstijging zou signaleren, maar wel omdat aandelen nu vanwege hun dividendcomponent een valabel alternatief zijn voor beleggers die voor hun inkomen aangewezen zijn op de couponopbrengsten van staatpapieren. De couponrente van Amerikaanse, Duitse en Nederlandse staatsobligaties zijn historisch laag. Een gegeven waarin volgens de marktstrategen van Morgan Stanley niet snel verandering in zal komen.
Veiligheid voorop
In hun zoektocht naar interessante dividendaandelen stelden de analisten van Morgan Stanley veligheid voorop. Aandelen waarvan zij nog maar het vermoeden hebben dat het dividend gekort zal worden of mogelijk zelfs geschrapt, komen vanzelfsprekend niet in aanmerking voor een selectie.
De aandelen die wel geselecteerd zijn, (a) hebben een minimale beurswaarde van 3 miljard dollar, (b) wordt verwacht dat het dividend in 2012 en 2103 toeneemt, (c) dat het dividendrendement hoger zal zijn dan 3,5 procent, (d) dat zij minder dan 75 procent van hun nettowinst uitkeren, (e) dat de schuldgraad lager is dan 30 procent en (f) dat het rendement op hun freecashflow hoger is dan vijf procent.
Financiële waarden werden niet bij voorbaat van een selectie uitgesloten. De punten (e) en (f) zijn voor banken en verzekeraars als selectiecriteria minder geschikt. In plaats daarvan wordt als eis gesteld dat naar verwachting in 2012 en 2013 het rendement op totaalvermogen hoger is dan 1,5 procent.
Het accent ligt duidelijk niet op de interne koopadviezen. De lijst telt slechts 16 fondsen die van de aandelenanalisten van Morgan Stanley een kopenadvies meekrijgen. Dertien staan er op houden en zeven zelfs op verkopen. In zijn totaliteit voert de pan-Europese lijst 36 aandelen op, waaronder zeven Nederlandse en van die zeven staan er drie op kopen (buy), drie op houden (hold) en eentje op verkopen (sell).